Tijdbeeld
5 afbeeldingen.

Markt 16

Beschrijving
Direct achter Markt 14 staat aan het achtererf een schuur op een rechthoekige plattegrond. Het gebouw telt één bouwlaag onder een met rode oud-Hollandse pannen gedekt zadeldak. De voorgevel en beide zijgevels zijn boven een gepleisterde plint in baksteen opgetrokken. De achtergevel is deels uitgevoerd in vakwerk met baksteenvullingen. De voor- en achtergevel zijn voorzien van een houten topschot met windveren. De hoofddraagconstructie wordt gevormd door een onbeschoten, eiken sporenkap die wordt ondersteund door eiken ankerbalkgebinten. 

7 afbeeldingen.

1600-1800: Vakwerkschuur
De opbouw en indeling van de schuur is karakteristiek voor de bouwtraditie van het Oost-Nederlandse ‘hallehuis’, waarbij de draagconstructie met ankerbalkgebinten voor een driebeukige opzet zorgt en de schuur verdeelt in een brede, hoge middenbeuk en lage zijbeuken aan weerszijden. Op het kadastraal minuutplan van 1832 heeft het gebouw reeds dezelfde omvang als in de huidige situatie. Oorspronkelijk was de schuur echter maar drie gebintvakken diep, een stuk kleiner dan nu het geval is. De ankerbalkgebinten zijn vanaf de voorzijde genummerd met gehakte telmerken III, II en I. Het eerste gebint (IIII) was opgenomen in de voorgevel die oorspronkelijk in vakwerk was uitgevoerd. Boven de slietenzolder zijn de bovenste delen van de afgezaagde gebintstijlen van dit gebint nog zichtbaar. Gebint I was op vergelijkbare wijze opgenomen in de oude achtergevel. De vakwerkgevels zullen aanvankelijk voorzien zijn geweest van met leem afgestreken vullingen van vlechtwerk. 

De grens tussen het oorspronkelijke gebouw en de latere uitbreiding aan de achterzijde tekent zich ook af in de beide zijgevels en in de kapconstructie. Ter hoogte van gebint I verspringt de rechter zijgevel en in de linker zijgevel is op dezelfde lijn een verticale bouwnaad aanwezig. De grens wordt in de kap gemarkeerd door de daksporen met eiken haanhouten die tot aan de oude achtergevel genummerd zijn met gezaagde telmerken. De combinatie van de eiken draagconstructie met zowel gehakte als gezaagde telmerken maakt een datering van de oorspronkelijke vakwerkschuur in de zeventiende eeuw aannemelijk. 

verlenging
Op enig moment (voor 1832) is de schuur aan de achterzijde uitgebreid met twee gebintvakken. Hiervoor verlengde men de bestaande zijgevels en kapconstructie en plaatste men twee extra ankerbalkgebinten die genummerd werden met de gehakte telmerken II en I. Het achterste gebint I werd opgenomen in een nieuwe achtergevel in vakwerk, die in de huidige situatie nog duidelijk herkenbaar is. De verlenging heeft mogelijk plaatsgevonden in de achttiende eeuw. Rechts aan de achterzijde werd vermoedelijk in deze periode een kelder toegevoegd. De toegang hiertoe werd bij de restauratie in 1984-‘85 dichtgezet. 

3 afbeeldingen.

1800-1970: Verstening en dubbele bewoning
Naar verwachting zijn de gevels van de schuur vanaf de negentiende eeuw gefaseerd versteend, waarbij uiteindelijk alleen de achtergevel nog een indeling met vakwerk behield. In de gevels werden nieuwe vensters geplaatst. Zeer waarschijnlijk heeft de schuur van oudsher een eigendomsrelatie gehad met de hoofdbebouwing aan de Markt. In ieder geval vanaf 1832 zijn zowel Markt 14 als 16 in bezit van één en dezelfde eigenaar. In 1832 betrof dit Jan Willem Arentsen, die Ontvanger (belastingambtenaar) was bij de gemeente. In de loop van de negentiende eeuw kwamen beide panden in handen van de familie Freriks en hun erfgenamen. De schuur is later omgedoopt tot ‘Freriksschuur’, vernoemd naar ‘heel- en vroedmeester’ Harmen Jan Freriks die eigenaar was rond het midden van de negentiende eeuw. 

Op enig moment is de schuur voor dubbele bewoning geschikt gemaakt, waarbij in de zijbeuken woonvertrekken werden gerealiseerd. De bestaande plattegrond van 1982 geeft een indruk van de ontstane indeling. Uit de bewonersregistratie kan opgemaakt worden dat het pand in ieder geval vanaf omstreeks 1900 werd verhuurd aan twee gezinnen. Deze situatie bleef in stand tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw. 

4 afbeeldingen.

1984-’85: Restauratie
De schuur onderging in 1984-’85 een ingrijpende restauratie, waarna het pand als Agrarisch Museum De Freriksschure onderdeel werd van het streekmuseum Frerikshuus dat in Markt 14 was ondergebracht. Het restauratieontwerp uit 1982 was van de hand van architektenburo Ovink en Thijssen uit Doetinchem. Voor wat betreft het exterieur werden het dak, de gevels en de deur- en vensteropeningen gerestaureerd en deels vernieuwd. Hierbij verdwenen met name in de beide zijgevels meerdere vensters. 

In het interieur restaureerde men de bestaande houten draagconstructie, met vernieuwing van de hilden. Onder één van de ankerbalken herplaatste men onderdelen van een gebint met opschrift van het voormalige ‘Luitenshuis’ dat op de hoek van de Polstraat en Haartsestraat stond en in 1963 werd gesloopt. De indeling met kamers in de zijbeuken en aan de achterzijde werd volledig uitgebroken. Linksachter werd een nieuwe stijlkamer gerealiseerd. Verder werden de vloeren van middenbeuk en zijbeuken vernieuwd (keien en bestrating) en verdween de keldertoegang. De schuur werd ingericht als agrarisch museum, met onder meer karren, rijtuigen en gereedschappen die men gebruikte in het boerenbedrijf of daaraan verbonden ambachten.