Tijdbeeld
2 afbeeldingen.

Samenvatting

De eerste vermelding van Gouden Pand 7 dateert uit 1487 waarbij dit pand samen met het naburige Gouden Pand 5 als “Goede Mertens bij de Kaack” aangeduid werd. De latere toevoeging ‘ontse montcken’ onderstreept dat de beide panden eigendom waren van het Augustijner klooster, het gebouw had bovendien de status van een Edele Heerd.

Mogelijk is het pand geheel of gedeeltelijk verwoest door de belegering van Appingedam door de hertog van Saksen in 1514. De oudste bouwresten – de verdiepingsbalklaag – dateert namelijk uit omstreeks 1519. Waarschijnlijk dateert ook het onderste deel van de zijgevel van Gouden Pand 7 uit die (wederop)bouw periode. Het gebouw, samen met Gouden Pand 5 aangeduid als “Augustijner kerkhuis in twee woningen onder een dak”, bestond toen uit een eenlaags pand met daarop waarschijnlijk een zadeldak.

In 1561 werd het Augustijner klooster opgeheven en gingen de kloosterbezittingen over in de handen van de stad Groningen, waaronder dus ook de “Augustijner kerkhuisjes” Gouden Pand 5 en 7. Omstreeks 1592 werd de begane grond balklaag van Gouden Pand 7 vernieuwd. Mogelijk was de oude balklaag aan vervanging toe of werd het pand in dat jaar voorzien van een kelder die het inbrengen van een zwaardere balklaag noodzakelijk maakte.

De stad Groningen verkocht de huisjes in 1630. Een zekere Sweer Hindrix kocht beide huisjes waarbij de stad Groningen de rechten die waren verbonden aan de status van Edele Heerd voor zichzelf hield. Hiermee kon Groningen namelijk politieke invloed uitoefenen op de rivaliserende stad Appingedam.

In de tweede helft van de zeventiende eeuw werd het pand verhoogd met een verdieping. De verhoging van het pand staat waarschijnlijk in verband met de economische bloeiperiode die Appingedam gedurende de zeventiende eeuw doormaakte. De grenenhouten zolderbalklaag getuigd nog van deze bouwfase, net als het bovenste deel van de zijgevel.

In de negentiende eeuw heeft de voorgevel een modernisering ondergaan in neoclassicistische trant. De bepleistering met schijnvoegen en de huidige venstermaat van de verdieping zijn hiervan getuigen. Mogelijk zijn de halfzuiltjes ter plaatse van de begane grond een restant van zogenaamde uitstalkasten of winkelkasten.

In 1968 werd Gouden Pand 7 aangewezen als rijksmonument. Ondanks de beschermde status onderging het pand in 1992 een tamelijk grondige renovatie. Pandeigenaar Woningstichting Patrimonium splitste het pand op in twee zelfstandige appartementen. Als gevolg hiervan werd de volledige indeling vernieuwd en ook de kap en alle vensters werden volledig vervangen. Slechts met het gevelbeeld en het casco werd terughoudend omgesprongen.