Tijdbeeld
6 afbeeldingen.

Beschrijving

Situering
Het Christelijk Lyceum is gelegen in het Lyceumkwartier aan de oostzijde van Zeist, op de noordoostelijke hoek van de Lindenlaan en de Verlengde Slotlaan. De school is met de voorgevel georiënteerd op de Lindenlaan. Het schoolterrein is aan de voorzijde vrij symmetrisch en ‘groen’ ingericht met een halfcirkelvormige padenstructuur, groenstroken met bomen (centraal en langs de weg) en borders langs de gevels. Het terrein is van de Lindenlaan gescheiden door een lage heg met gaashek, waarin twee entrees zijn opgenomen in de vorm van twee bakstenen pijlers met daartussen stalen inrijhekken. Links van de school staan de fietsenstallingen en een voormalige conciërgewoning. Aan de rechterzijde bevinden zich een vrijstaande gymzaal en een sportveld met parkeerterrein. Achter de nieuwbouw aan de achterzijde ligt een groot sport- en speelterrein. 

Hoofdopzet
Het Christelijk Lyceum Zeist bestaat in hoofdopzet uit een bakstenen schoolgebouw uit 1920-‘22 op een H-vormige plattegrond, met een middenvleugel met uitbouw aan de achterzijde en haaks hierop twee zijvleugels. Links tegen de uitbouw staat aan de achterzijde een toneeltoren uit 1954. Het H-vormige schoolgebouw en de toneeltoren zijn aan de achterzijde vrijwel volledig ingebouwd door latere aanbouwen en nieuwbouw onder platte daken. Deze worden verder niet uitgebreid beschreven. 

De vleugels van het lyceumgebouw tellen hoofdzakelijk twee bouwlagen en een zolder; alleen het voorste deel van de zijvleugels heeft één bouwlaag. De middenvleugel en linker zijvleugel zijn onderkelderd. De vleugels zijn voorzien van schilddaken die gedekt zijn met gesmoorde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Op de nokken staan lantaarns met ventilatieopeningen en op het achterste dakvlak van de middenvleugel staat een gemetselde schoorsteen. De hoofdentree centraal aan de voorzijde is ondergebracht in een middenrisaliet met een flauw hellend, geknikt en afgeplat schilddak, bekroond door een klokkentorentje met klok en uurwerk. 
De dwars geplaatste uitbouw aan de achterzijde telt twee bouwlagen onder een met gesmoorde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. 
De toneeltoren telt drie bouwlagen (begane grond, tussenverdieping en verdieping) en een zolder onder een met gesmoorde pannen gedekt schilddak. 
 

Gevels en exterieur
De gevels van het H-vormige schoolgebouw, de uitbouw en de toneeltoren zijn rondom opgetrokken in roodbruine baksteen in Vlaams verband en zijn hoofdzakelijk symmetrisch ingedeeld. De plintzone is afgesloten met een rollaag. 

H-vormig schoolgebouw
De gevels van het schoolgebouw uit 1920-’22 zijn op de begane grond en verdieping hoofdzakelijk voorzien van gekoppelde vensters in houten kozijnen, aan de bovenzijde afgesloten met een rollaag, aan de onderzijde voorzien van een plaatstalen lekdorpel. De brede gekoppelde vensters ter plaatse van de klaslokalen zijn voorzien van aluminium ramen met een roedeverdeling. Ter plaatse van de gangen aan de binnenzijde van de zijvleugels zijn in de gevels van deze vleugels kleinere houten zeshoekige vensters (begane grond voorzijde) en ovale vensters (verdieping kopgevels) aangebracht. Deze vensters zijn, net als de vensters in de zijgevels van het middenrisaliet aan de voorzijde, nog voorzien van stalen ramen. 
De voorgevel van de H-vormige school heeft ter plaatse van het middenrisaliet een verticale geleding van drie vensterassen, met drie dubbele houten deuren onder een luifel en daarboven drie smalle hoge vensters met gekleurd glas-in-lood. De entree is bereikbaar via een bordes van twee treden, tussen de deuren staan lage gemetselde pijlers, afgedekt met natuurstenen platen. Naast de linker deur is een brievenbus ingemetseld. Links tegen de voorgevel van de middenvleugel bevindt zich een buitentrap naar de kelder. 

uitbouw
De zijgevels van dwars geplaatste uitbouw uit 1920-’22 aan de achterzijde zijn uitgevoerd als geschouderde topgevels. De achtergevel is op de begane grond ingedeeld met links dubbele (glas)deuren met bovenlichten en rechts daarvan twee grote houten kruiskozijnen met houten ramen met een roedeverdeling. Op de verdieping zijn vier vensters aangebracht die, onderbroken door de goot, vrijwel doorlopen in de ramen van de met schilddakjes afgedekte dakkapellen. De rechter zijgevel bevat op de verdieping twee grote vensters en een klein zeshoekig venster. De ramen op de verdieping zijn vrijwel geheel gevuld met gekleurd glas-in-lood. Het glas in het onderste deel van de grote vensters (de draaiende delen) is gemoderniseerd. De voormalige linker zijgevel is ingebouwd door de toneeltoren uit 1954. 

toneeltoren
Van de gevels van de ingebouwde toneeltoren uit 1954 is alleen het bovenste deel in het zicht. In het metselwerk is onder de dakrand een rondlopend fries aangebracht, bestaande uit verdiepte velden die aan de boven- en onderzijde zijn afgesloten met rollagen. Op de hoeken zijn binnen een gemetseld kader kleine vierkante vensters aangebracht. Onder het fries loopt een gemetselde lijst. De linker zijgevel en achtergevel zijn ter hoogte van de verdieping ingedeeld met drie houten vensters, waarvan het bovenste deel is uitgevoerd met een roedeverdeling en gekleurd glas-in-lood. Het onderste deel is gemoderniseerd. 

5 afbeeldingen.

dakkapellen
De daken van het H-vormige schoolgebouw zijn op regelmatige afstand voorzien van rechthoekige dakkapellen met houten kozijnen en naar binnen kleppende houten tweeruits ramen. De oorspronkelijke ramen hebben een profilering. Een aantal dakkapellen zijn gemoderniseerd met houten ramen zonder profiel. 
De zolder boven het middenrisaliet is voorzien van een kleine halfcirkelvormige dakkapel met stervormig raam in een houten kozijn. 
Op het dak boven het middenrisaliet staat aan de achterzijde een brede dakkapel met gekoppelde houten ramen in een houten kozijn. Het hierop aansluitende dak tussen de middenvleugel en de uitbouw is aan de achterzijde (overloop van de zolder) voorzien van twee brede dakkapellen. De dakkapel linksachter bevat drie houten ramen met roedeverdeling in houten kozijnen. De dakkapel rechtsachter is voorzien van twee vensters met houten ramen in houten kozijnen.
In de buitenste dakvlakken van beide zijvleugels zijn aan de voorzijde moderne dakramen geplaatst. 

Indeling
De indeling op zowel de begane grond als de verdieping van het Christelijk Lyceum wordt in hoofdzaak gevormd door een H-vormige gangstructuur die de klaslokalen langs de buitenzijde van de gevels ontsluit. Centraal in het gebouw sluit de gangstructuur aan op een kruisvormige hal waarin aan de voorzijde het trappenhuis is ondergebracht. De hoofdentree op de begane grond leidt naar een vestibule, die tussen de twee trapvleugels van de bordestrap door in verbinding staat met de hal. 
Aan de achterzijde van de hal leiden doorgangen naar de in de uitbouw gelegen ‘Grand Café’ (begane grond) en aula/studieruimte (verdieping). Aan weerszijden van de doorgangen bevinden zich een lift en toiletgroepen. Op de verdieping is hier tevens de toegang tot de zoldertrap. De aula op de verdieping van de uitbouw staat in open verbinding met het toneelpodium van de toneeltoren. Aan de zijkant van het toneel leidt een trap naar een onder het podium gelegen tussenverdieping. 
De gangen in de middenvleugel staan op de begane grond en verdieping via doorbraken in de (oorspronkelijke) achtergevel in verbinding met de latere aanbouwen en nieuwbouw aan de achterzijde.
Op zolder van het H-vormige schoolgebouw is de overloop met houten wanden gescheiden van het dramalokaal met naastgelegen kleedlokaal aan de voorzijde. Verder zijn de zolders niet ingedeeld. Zie voor een gedetailleerd overzicht van de indeling de opmetingen van Van Hoogevest Architecten. 

Interieur
De vloeren in de hal en gangen zijn afgewerkt met linoleum, in de klaslokalen ligt overwegend vloerbedekking. 
De wanden van de vestibule en gangen zijn voorzien van een lambrisering die bestaat uit geglazuurde oranjebruine en groene tegels onder een houten profiellijst en boven een stenen plint. In de gangen loopt de lambrisering op zowel op de begane grond als op de verdieping door in vier fonteinbekkens met terrazzo wasbakken. Boven de grote fonteinbekkens aan de uiteinden van de middengangen bevinden zich kunstwerken met verbeelding van de vier jaargetijden. In de hal op de begane grond en verdieping, in het trappenhuis en in de aula/studieruimte in de uitbouw is op de wanden een lambrisering van houten panelen aangebracht. Boven het toneel in de toneeltoren bevindt zich een driehoekig kunstwerk met het christelijk thema van de Goede Herder. De wanden in de klaslokalen zijn voor zover bekeken afgewerkt met betonemaille onder een rondlopende houten lijst. Daarnaast zijn in één van de lokalen (het muzieklokaal achterin de rechter zijvleugel) nog houten kasten aangetroffen. 
De verdiepings- en zoldervloer is ter plaatse van de centrale hallen en in het trappenhuis uitgevoerd in gewapend beton en vormgegeven als cassetteplafond. In de gangen en klaslokalen zijn systeemplafonds aangebracht. 
De trap naar de verdieping is uitgevoerd als betonnen bordestrap met twee traparmen naar het tussenbordes, vanwaar één steektrap naar de verdieping leidt. De zoldertrap bestaat uit een eenvoudige houten bordestrap met geprofileerde trappalen, houten balustrade en traphek. De trap naar de tussenverdieping van de toneeltoren is een betonnen steektrap met stalen balustrade en leuning. 
In de kelder onder de middenvleugel en op de overloop van de zolder van de middenvleugel zijn nog enkele houten paneeldeuren uit de bouwtijd aanwezig. De overige deuren zijn modern of gemoderniseerd, maar wel grotendeels met behoud van de oorspronkelijke houten deurkozijnen. 

De vloerconstructies zijn behoudens de als cassetteplafonds uitgevoerde betonvloeren niet in het zicht. De schilddaken van de school uit 1920-’22 worden in de vleugels gedragen door naaldhouten gordingenkappen die ondersteund worden door spanten met kreupele stijlen (verbeterd Hollands spant). De naaldhouten gordingenkap van de uitbouw uit 1920-’22 is in het zicht in de aula/studieruimte op de verdieping en wordt ondersteund spantbenen en forse hangwerken. Tussen de spantbenen zijn trekstangen aangebracht. De trekbalken zijn aan weerszijden verbonden met de spanten, korbelen en kreupele stijltjes die op halfzuilen rusten.