Tijdbeeld

Waardering

samenvatting van de bouwgeschiedenis
De onderzochte locatie ligt aan de-oostrand van het stadsdeel Nieuwstad. Tussen 1191 en 1196 ontving Zutphen stadsrechten. Omstreeks 1250 stichtte graaf Otto II van Gelre en Zutphen aan de noordkant van de stad, aan de overzijde van de Molenbeek (Berkel) een nieuwe stad: de Nieuwstad.
Katholieken werden lange tijd achtergesteld en uitgesloten. Vanaf het begin van de negentiende eeuw was er godsdienstvrijheid en kon het rooms-katholieke volksdeel haar achterstand inlopen. Rond de Nieuwstadskerk ontstond een rooms-katholiek conglomeraat van verschillende scholen en gebouwen voor armen-, ziekenzorg en liefdadigheid. Deze gebouwen gaven dit stadsdeel haar bijnaam: Klein Vaticaan’. In 1828 werd hier door het rooms-katholieke Armbestuur een nieuw armengesticht gebouwd op een terrein langs de stadsmuur.
Gestimuleerd door de komst van de Zusters van Liefde naar Zutphen besloot men in 1856 tot sloop en nieuwbouw van het armengesticht. Architect H.J. Wennekers was in 1868 verantwoordelijk voor een plan voor de uitbreiding van het gesticht, waartoe ook de huidige kapel behoorde.
In 1911 werd de kapel aan de westzijde met twee traveeën uitgebreid. In de eerste helft van de vorige eeuw werd de kapel voorzien van een elektrische installatie en centrale verwarming. De leidingen en radiatoren van deze voorzieningen zijn nog steeds in gebruik.
De gebouwen van St. Elisabeth werden aan het eind van de vorige eeuw vervangen door grootschalige nieuwbouw. De bestaande kapel werd daarbij  gespaard en in het nieuwe complex opgenomen.

waardering
De cultuurhistorisch waardering is onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen:

algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie

  • De St. Elisabethkapel werd gebouwd in de katholieke buurt rond de Nieuwstadskerk met de treffende naam ‘Klein Vaticaan’. De gebouwen in dit stadsdeel herinneren op tastbare wijze aan de verzuiling en de emancipatie, het hernieuwd zelfbewustzijn en de bijbehorende bouwambities van de katholieke gemeenschap in Zutphen in de negentiende en vroege twintigste eeuw. Deze bouwambities hebben een tastbaar stempel gedrukt op het dagelijks leven en de ruimtelijke ontwikkeling in de omgeving. 
  • De kapel vormde een integraal onderdeel van het naar Elisabeth van Hongarije vernoemde armengesticht. Elisabeth was de patrones van de caritas, in ons land werden veel ziekenhuizen, verpleeghuizen en zorginstellingen naar haar vernoemd.
  • De kapel functioneerde zowel als gebedshuis voor de bewoners van het gesticht als voor de Zusters van Liefde die binnen de katholieke gemeenschap de zorg voor armen, zieken en andere hulpbehoevenden op zich namen.
  • De herkenbaarheid van het gebruik voor de katholieke eredienst is vanwege de vormgeving van het exterieur en vanwege de karakteristieke inrichting en oriëntatie van het interieur vrijwel vanzelfsprekend. 

ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden

  • De kapel is van belang vanwege de bijdrage aan de ruimtelijke ontwikkeling van de verkaveling tussen de Tengnagelshoek en de Geweldigershoek tegen de voormalige stadsmuur. De kapel werd gebouwd als noordelijke beëindiging van het voormalige Elisabethsgesticht. Hoewel de historische bebouwing van deze instelling inmiddels helemaal verdwenen is, vormt de kapel nog steeds de ruimtelijke begrenzing van de bebouwing ter plaatse.
  • De St. Elisabethkapel vormt een historisch waardevol ensemble met de bewaard gebleven gebouwen van rooms-katholieke instellingen in de nabije omgeving en is van belang vanwege het volume en de hoofdvorm en de historisch-ruimtelijke relatie met de omgeving.

architectuurhistorische waarden

  • De St. Elisabethkapel is van belang als representatief en relatief gaaf bewaard voorbeeld van een kapel behorend bij een rooms-katholieke zorginstelling en vormgegeven in een sobere neogotische stijl. In 1911 werd het gebouw uitgebreid waarbij zowel volume, materiaal en vorm zoveel mogelijk afgestemd werd op het oorspronkelijke ontwerp. Behoudens de later aangebrachte glas-in-loodramen bleef het oorspronkelijke exterieur gaaf bewaard.
  • De kapel is van belang vanwege het gaaf bewaarde casco en de gevels. Het is een goed bewaard, bescheiden (qua omvang) en sobere variant van de vroege neo-gotiek.
  • Het oorspronkelijke ruimtelijk concept van het interieur met een duidelijke oriëntatie (van het bankenplan) op het verhoogde liturgisch centrum in het koor bleef bewaard. 
  • De kerk is van belang vanwege de bewaard gebleven historische interieuronderdelen: de in geometrisch patroon gelegde tegelvloeren, kerkbanken en binnendeuren. Er bleven geen roerende interieurelementen bewaard. 
  • Passend in de traditie van de Zusters van Liefde werd de decoratie van de kerkruimte in de loop der tijd aangepast en uitgebreid. Hiervan bleven de glas-in-lood vensters en in polychromie uitgevoerde muurschilderingen bewaard. Door het later overschilderen van de wanden en gewelven werd de waarde van deze decoraties wel aangetast.
  • Met de keus voor de uit eigen kring afkomstige architect H.J. Wennekers gaf het armbestuur invulling aan haar ambitie om het rooms-katholieke zelfbewustzijn te versterken. Het ontwerp is van belang voor het nog vrij onbekende en overwegend katholieke oeuvre van architect Wennekers.
  • De latere keuze om voor de uitbreiding van de kapel de katholieke architect A. Th. Van Elmpt te benaderen is typerend voor de verzuilde maatschappij in de vorige eeuw. Het ontwerp voor de uitbreiding van de kapel vormt een onderdeel van het vrij omvangrijke oeuvre van de productieve Groningse architect A. Th. Van Elmpt.

bouwhistorische waarden

  • De kapel is van belang vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis, met name het duidelijke (bouwtechnische) onderscheid tussen het oorspronkelijke volume en de uitbreiding uit 1911.
  • De bouwhistorische waarden zijn hoofdzakelijk gelegen in de grotendeels oorspronkelijke hoofddraagconstructie. Van belang zijn met name de bakstenen gevels en de houten gewelfconstructie. 
  • In dit verband moeten ook de bewaard gebleven onderdelen van de technische installaties genoemd worden. Deze installaties staan model voor het verder verbeteren van de verlichting en verwarming van de kapel in de eerste helft van de vorige eeuw. Op indirecte wijze onderschrijven zij het belang van een zo optimaal mogelijk gebruik in deze periode.

aanbeveling
Te einde de bewaard gebleven polychromie in het interieur te kunnen waarderen is het aan te bevelen om de te onderscheiden decoraties aanvullend kleurhistorisch te onderzoeken. Dit kan meer zicht geven op de perioden van ontstaan, de chronologie, latere overschilderingen en verdwenen of overgeschilderde decoraties.