Tijdbeeld
1 afbeelding.

Waardering

Samenvatting van de bouwgeschiedenis
In 1929 besloten de kerkvoogden van de Nederlands Hervormde Kerk te Winterswijk over te gaan tot de bouw van een nieuwe kerk, speciaal voor het houden van jeugdkerkdiensten. Hiermee start de bouwgeschiedenis van de Jeugdkerk, later Balinkeskerk genoemd. De kerk werd gebouwd op de voormalige landbouwgronden van de Balinkes, in dit gebied ontstond vanaf het eind van de jaren twintig een nieuwe woonwijk. Op zondag 2 maart 1930 werd het nieuwe jeugdkerkgebouw ingewijd. Het betrof de tweede jeugdkerk van Nederland en werd ontworpen door architecten J. van der Schaaf en A.J. Streek in sobere expressionistische stijl.

De bouw van de Jeugdkerk in Winterswijk moet gezien worden tegen de achtergrond van de verzuiling in de maatschappij en de ontwikkeling van de christelijke jeugdcultuur in de loop van de twintigste eeuw. De eerste jeugdkerken ontstonden in deze periode en waren bedoeld voor (Protestantse) jongeren in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar. Dit waren aanvankelijk nog geen fysieke kerkgebouwen. De eerste ‘jeugdkerk’ in Winterswijk werd georganiseerd in 1925. De kerkgangers van de in 1929-‘30 gebouwde Jeugdkerk in Winterswijk konden vanaf 1930 ook lid worden van een jongerenvereniging: Advendo.

De Jeugdkerk werd in de tweede helft van de twintigste eeuw in meerdere fasen uitgebreid en verbouwd. In 1952-’53 verrees aan de westzijde een nieuw jeugdgebouw met extra zaalruimte. In 1983 vond opnieuw een grote uitbreiding plaats en werd aan de oostzijde en achterzijde een aula en mortuarium aangebouwd. De kerk uit 1929 raakte gedeeltelijk ingebouwd, de indeling werd op punten gewijzigd en het kerkinterieur werd in de loop der tijd gedeeltelijk gemoderniseerd.

Waardestelling
De waardestelling is opgesteld volgens de Uitvoeringsrichtlijn Bouwhistorisch onderzoek met waardestelling URL 2007 van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). De waardestelling vindt plaats op twee niveaus: het gebouwde object in relatie tot zijn bredere context en de betekenis van de verschillende onderdelen in relatie tot het object zelf. Het eerste betreffen de ‘contextuele waarden’ en het tweede de ‘intrinsieke waarden’. De waardestelling bestaat uit tekst en tekeningen die complementair en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De intrinsieke waardestelling vindt zijn neerslag in de waardestellingsplattegronden.

De waardestellingsplattegrond geeft per ruimte de onderdelen met een hoge waardering aan. De overige ruimtes met een positieve of indifferente waardering zijn niet gespecificeerd op detailniveau en de waardering van de gekleurde onderdelen volstaat voor de gehele ruimte. De (interieur)onderdelen die hoog gewaardeerd zijn worden in de tekst nader toegelicht en benoemd.

Contextuele waarden
De contextuele waarden zijn volgens de Uitvoeringsrichtlijn Bouwhistorisch onderzoek onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen: historische waarden, ruimtelijke waarden, architectuurhistorische waarden, bouwhistorische waarden, kunsthistorische waarden, gebruikswaarden / functiespecifieke waarden en herinneringswaarden. Elk van deze deelwaarden wordt getoetst aan de hand van de criteria gaafheid en zeldzaamheid.

Historische waarden en herinneringswaarden

  • De in 1929-‘30 gebouwde Nederlands Hervormde Balinkeskerk (Jeugdkerk) en het in 1952-’53 aan de westzijde aangebouwde jeugdgebouw herinneren op tastbare wijze aan de Verzuiling en ontwikkeling van de christelijke jeugdcultuur in de loop van de twintigste eeuw. De Jeugdkerk in Winterswijk was de tweede in zijn soort die in Nederland werd gebouwd en is daarmee landelijk van historische waarde. 

Gebruiks- en functiespecifieke waarden

  • De Balinkeskerk (Jeugdkerk) uit 1929-‘30 is van belang vanwege de sterke herkenbaarheid van het historisch gebruik als kerkgebouw. De functiespecifieke waarden beperken zich in het interieur hoofdzakelijk tot de ruimtelijke herkenbaarheid van de kerkzaal en de oriëntatie op een liturgisch centrum aan de voorzijde.
  • Het in 1952-’53 aangebouwde gebouw is van enig belang vanwege de herkenbaarheid van het historisch gebruik als zaalgebouw. Het exploiteren van (vergader)zalen was vanaf de bouw van de Jeugdkerk een belangrijke nevenactiviteit.
  • De uitbreiding uit 1983 is weliswaar nog altijd herkenbaar als uitvaartcentrum, maar is vanwege de relatief recente ontstaansgeschiedenis en vanwege het ontbreken van een relatie met de christelijke jeugdcultuur van indifferente waarde.

Ruimtelijke waarden

  • De in 1929-’30 gebouwde Balinkeskerk (Jeugdkerk) is van stedenbouwkundig belang als historisch ijkpunt in de wijk, die vanaf het eind van de jaren twintig ontwikkeld werd op de voormalige landbouwgronden van de Balinkes.
  • Het kerkgebouw speelt vanwege de ligging op een ruim perceel, het volume en de sober expressionistische vormgeving een beeldbepalende rol in het straatbeeld aan de Jeugdkerkstraat. De ruimtelijke waarden van het perceel zijn aangetast door het inbouwen van het kerkgebouw aan de zijkant en achterzijde, door het vernieuwen van de terreininrichting en door het verwijderen van de historische afscheiding (hekwerk) van de openbare weg.
  • De in 1929-’30 gebouwde Nederlands Hervormde Jeugdkerk vormt een religieus-historisch centrum met de aan de overzijde van de Jeugdkerkstraat gelegen Ontmoetingskerk, die in 1936 werd gebouwd als parochiehuis voor de katholieke gemeenschap. Omdat beide gebouwen ontworpen werden door architect J. Van der Schaaf, vormen zij ook in architectuurhistorisch opzicht een belangrijk ensemble.

Architectuurhistorische waarden

  • De Balinkeskerk uit 1929-’30 is van architectuurhistorisch belang als representatief en relatief gaaf bewaard gebleven kerkgebouw van de Nederlands Hervormde gemeente in sober expressionistische stijl uit het interbellum. Met name het exterieur bleef relatief gaaf bewaard.
  • Het oorspronkelijke ruimtelijke concept van de kerkruimte, met een duidelijke oriëntatie op het liturgisch centrum is nog altijd goed herkenbaar. De architectuurhistorische waarden van het interieur beperken zich verder tot de bewaard gebleven onderdelen van de indeling en interieurafwerking uit de bouwtijd. Mogelijkerwijs bevinden zich onder moderne afwerkingen nog onderdelen uit de bouwtijd. De kunsthistorische waarde van het interieur is door de verwijdering van het historisch meubilair relatief beperkt.
  • De Balinkeskerk is verder van architectuurhistorisch belang als belangrijk onderdeel van het oeuvre van de Winterswijkse architecten J. Van der Schaaf en A.J Streek.

Bouwhistorische waarden

  • De bouwhistorische waarden zijn hoofdzakelijk gelegen in de relatief gaaf bewaard gebleven constructieve opzet van het kerkgebouw uit 1929-’30, bestaande uit gevels, balklagen, kapconstructie en de constructie van het plafond in de kerkzaal.
  • Het in 1952-’53 aangebouwde jeugdgebouw is van belang vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis (historische gelaagdheid). Het bouwdeel, door dezelfde architecten ontworpen als het kerkgebouw, sluit in vormgeving op harmonieuze wijze aan op de Balinkeskerk.

Intrinsieke waarden

Met de intrinsieke waarden worden de eigen, fysieke onderdelen van het object in onderlinge samenhang gewaardeerd. Deze onderdelen kunnen een materiële waarde hebben, maar ook een conceptuele waarde, vanwege het achterliggende ontwerpidee of de functionele betekenis binnen het object. Op de waardestellingsplattegronden zijn de intrinsieke waarden van de ruimtelijke structuur in drie gradaties of categorieën in kleur weergegeven: 

Hoge intrinsieke waarde (blauw): van groot belang voor het karakter, de structuur of de betekenis van het object. 

Positieve intrinsieke waarde (groen): van ondersteunend belang voor het karakter, de structuur of de betekenis van het object. 

Indifferente intrinsieke waarde (geel): van weinig of geen belang voor het karakter, de structuur of de betekenis van het object.