Tijdbeeld
3 afbeeldingen.

Waardering

samenvatting van de bouwgeschiedenis
Voor de bouw van de huidige Jacobskerk stond aan de Markt al eeuwenlang een driebeukig, romaans kerkgebouw uit omstreeks 1200. De tufsteenblokken waarmee deze kerk was opgebouwd zijn later hergebruikt bij de gevelbekleding van een deel van de gotische kerk. Het éénbeukige koor van de romaanse kerk werd in de veertiende eeuw vernieuwd. De funderingen van deze oudere voorganger bevinden zich nog onder de vloer van de huidige kerk.

Het romaanse kerkgebouw met veertiende-eeuws koor werd in de periode van grofweg 1450 tot 1550 vervangen door een geheel nieuwe en grotere kerk. De nieuwbouw van de gotische St. Jacobskerk vond in drie fasen plaats. Men startte met de bouw van een hoge oostpartij, gevolgd door de verdergaande bouw van het lagere driebeukige schip en eindigend met de voltooiing van het schip en de bouw van de kerktoren. De kerk werd kort na de bouw voorzien van gewelf- en muurschilderingen met naast decoratieve en iconografische schilderingen ook meerdere geschilderde teksten. Na de reformatie verdwenen deze schilderingen uiteindelijk (grotendeels) onder de witkalk. Bij latere restauraties werd een belangrijk deel van de schilderingen herontdekt en weer blootgelegd.

In de negentiende eeuw veranderde het exterieur en interieur van de kerk ingrijpend. Nadat het in 1829 niet meer toegestaan was om in de kerk te begraven, besloten de kerkvoogden om de kerk opnieuw in te richten. Eerst schafte men een nieuw orgel aan en kwam er een nieuwe orgelgalerij, daarna werd het bankenplan grondig gereorganiseerd en ontstond er een nieuwe opstelling in de vorm van een amfitheater, met banken concentrisch rond een nieuwe preekstoel. Aansluitend veranderde ook de routing in de kerk en werden de buitengevels voorzien van enkele nieuwe toegangen. De natuurstenen tracering van de spitsboogvensters was al eerder vervangen door houten ramen. De gevels werden op enig moment (mogelijk in 1861) bedekt met een stuclaag. Het voormalige kerkhof rond de kerk voegde men na 1829 als marktruimte bij het bestaande marktplein. In de twintigste eeuw vormden zich na de sloop van bouwblokken aan de noord- en zuidzijde nog grotere pleinen.

Nadat de toren in 1895 en in 1937-’39 gerestaureerd werd, onderging het kerkgebouw zelf in 1968-’72 een ingrijpende restauratie onder leiding van architectenbureau Heineman uit Velp. Onder het motto ‘terug naar 1743’ verdwenen de meeste vernieuwingen en toevoegingen uit de negentiende eeuw, zodat de kerk weer zijn oorspronkelijke gedaante zou terugkrijgen. Dit resulteerde onder meer in de sloop van de zerkenvloer (en het aanbrengen van een nieuwe natuurstenen vloer), het vervangen van het bankenplan door nieuwe banken (later weer vervangen door losse stoelen) ,een andere preekstoel en de reconstructie van gevels en toegangen. Het liturgisch centrum werd verplaatst naar het verhoogde koor. De zijbeuken werden aan weerszijden van het torenportaal afgesloten met eiken panelenwanden.

2 afbeeldingen.

waardering
De waardestelling is opgesteld volgens de Uitvoeringsrichtlijn Bouwhistorisch onderzoek met waardestelling URL 2007 van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). De waardestelling vindt plaats op twee niveaus: het gebouwde object in relatie tot zijn bredere context en de betekenis van de verschillende onderdelen in relatie tot het object zelf. Het eerste betreffen de ‘contextuele waarden’ en het tweede de ‘intrinsieke waarden’. De waardestelling bestaat uit tekst en tekeningen die complementair en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De intrinsieke waardestelling vindt zijn neerslag in de waarderingsplattegronden.

contextuele waarden
De contextuele waarden zijn volgens de Uitvoeringsrichtlijn Bouwhistorisch onderzoek onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen: historische waarden, ruimtelijke waarden, architectuurhistorische waarden, bouwhistorische waarden, kunsthistorische waarden, gebruikswaarden / functiespecifieke waarden en herinneringswaarden. Elk van deze deelwaarden wordt getoetst aan de hand van de criteria gaafheid en zeldzaamheid.

De bouwgeschiedenis en de bouwchronologie worden ook gepresenteerd op faseringsplattegronden. Deze tekeningen zijn slechts voor een deel gebaseerd op absolute dateringen, zij geven vooral de relatieve chronologie weer zoals die afgeleid kan worden uit typologische en bouwhistorische kenmerken en de restauratiegeschiedenis. Eea in relatie met de gebruiksgeschiedenis voor zover bekend. Het is daarom onvermijdelijk dat binnen de tijdlijn onderdelen onbenoemd moeten blijven of met een onzekerheidsfactor gedateerd moeten worden. Voor een gedifferentieerd beeld van de ontstaansgeschiedenis van het kerkgebouw voor 1831 wordt verwezen naar de door Berends opgestelde gedetailleerde faseringstekening uit 1981.
Genoemde plattegronden zijn ook op hogere resolutie te downloaden via de knop ‘Downloads’.

historische waarden, gebruikswaarden en herinneringswaarden
- De Jacobskerk is vanaf de middeleeuwen tot op heden het religieuze centrum en belangrijkste kerkgebouw van Winterswijk en de locatie herbergt minstens 800 jaar aan religiegeschiedenis. Deze continuïteit maakt de kerk tot het belangrijkste ankerpunt in de historie van Winterswijk. De herkenbaarheid van het historisch gebruik van het gebouw als kerk is vanwege haar situering, omvang, verschijningsvorm en de indeling en afwerking van het interieur vrijwel vanzelfsprekend.

- In historisch opzicht verwijzen de ondergrondse funderingen van de romaanse voorganger nog op tastbare wijze naar de verspreiding en bloei van het christendom binnen het voormalige bisdom Münster. Winterswijk vormde naar verluid één van de oudste parochies van het bisdom en werd in 1193 van parochiekerk verheven tot aartsdiaconaat.

- Het kerkgebouw is verder van historisch belang als locatie waar inwoners van Winterswijk en de directe omgeving eeuwenlang kerkten en gedoopt, getrouwd en begraven zijn. Meerdere generaties gemeenteleden hebben zich ingespannen en leverden financiële steun om het gebouw in fysieke zin te behouden door middel van verbouwingen en restauraties.

ruimtelijke waarden
- De Jacobskerk is niet alleen van betekenis als eeuwenoud religieus centrum, maar vormt ook in historisch-stedenbouwkundig opzicht het voornaamste en meest dominante oriëntatiepunt van de oude dorpskern. In dit gebied was al in de achtste eeuw sprake van een aanzienlijke agrarische nederzetting. De ruimtelijke samenhang tussen de Jacobskerk, het voormalige kerkhof, de Markt en de hierop uitkomende hoofdstraten bepaalt in belangrijke mate de dorpsstructuur van Winterswijk en vindt zijn oorsprong in de vroege ontwikkeling van het dorp in de (late) middeleeuwen.

- De kerk is vanwege haar situering, omvang en verschijningsvorm beeldbepalend voor het silhouet van het dorp en is met name vanwege de toren voor Winterswijk en de directe omgeving van groot belang als landmark. Het gebouw heeft een directe relatie met de rondom aangrenzende buitenruimte die van oudsher was ingericht als kerkhof. De herkenbaarheid van het kerkhof als zodanig is al geruime tijd beperkt door de verstening van het terrein en het verdwijnen van de fysieke afbakening van het kerkhof ten opzichte van de Markt en openbare straten. Door de sloop van historische bouwblokken aan de noord- en zuidzijde van de kerk is de oorspronkelijke omvang van het kerkhof eveneens onherkenbaar geworden en zijn aan beide zijden grote pleinvormige ruimten ontstaan.

architectuurhistorische- en kunsthistorische waarden
- De Jacobskerk is van architectuurhistorisch belang als herkenbaar en gaaf bewaard gebleven gotische pseudobasiliek met sacristie en kerktoren uit 1450-1550. De opbouw, indeling, constructie, materialisatie en het decoratieschema zijn zeer representatief voor de laat-gotische bouwperiode. De westelijke hoofdentree naar het torenportaal is in verhouding tot vergelijkbare oost-Nederlandse dorpskerken zeer rijk uitgevoerd.

- De hoofdopzet en gevels van de laatmiddeleeuwse kerk, sacristie/gerfkamer en toren zijn weliswaar relatief gaaf bewaard gebleven, in materiële zin dateren diverse onderdelen van latere restauraties en reconstructies uit de twintigste eeuw. Het gaat hierbij vooral om de leidekking, de entree aan de noordzijde, het torenportaal inclusief entree en de natuurstenen tracering, montanten en glas-in-lood van de spitsboogvensters. Ondanks de geringe ouderdom, voegen deze historiserende onderdelen zich op harmonische wijze in het oorspronkelijke, gotische exterieur door de hieraan refererende vorm en materiaalkeuze.

- De kerk is verder van architectuurhistorisch belang vanwege de ruimtewerking van het interieur in combinatie met de in zeer ruime mate bewaard gebleven historische wand- en gewelfschilderingen. De nog aanwezige schilderingen zijn zeer bijzonder en van grote kunsthistorische waarde vanwege de hoeveelheid en de zichtbare chronologische ontwikkeling vanaf de bouwtijd tot aan de late zestiende of vroege zeventiende eeuw. De schilderingen bieden een uniek inzicht in de oorspronkelijke kleurrijke afwerking van het interieur en de decoratieve, iconografische en didactische rol die schilderingen daarbij speelden in relatie tot de kerkgangers. De geschilderde Latijnse en Nederduitse teksten laten de aanloop en omslag zien naar de reformatie en de ontwikkeling van het religieuze gebruik van de volkstaal.

- Behoudens de wand- en gewelfschilderingen zijn door de ingrijpende restauratie van 1968-’72 relatief weinig historische interieuronderdelen bewaard gebleven. Omdat architectenbureau Heineman hierbij op vrij verregaande wijze de visie ‘terug naar 1743’ hanteerde, is vrijwel de gehele negentiende-eeuwse fase uitgewist. Dit had tot gevolg dat het bankenplan uit 1839 inclusief preekstoel en dooptuin uit de kerk verdween. Misschien nog wel ingrijpender was de integrale verwijdering van de historische zerkenvloer in combinatie met het ruimen van de onderliggende graven. Slechts enkele grafzerken werden herplaatst in het koor en in het torenportaal. De bij de restauratie nieuw aangebrachte natuurstenen vloer ontbreekt het aan historische gelaagdheid en heeft ook geen relatie meer met bijbehorende graven. De bij de restauratie geplaatste preekstoel heeft enige conceptuele betekenis vanwege de herwaardering van het koor als voornaamste oriëntatiepunt, maar vertegenwoordigt in materiële zin een beperkte architectuurhistorische waarde.

- Enkele historische interieuronderdelen en relicten bleven bewaard en zijn van architectuurhistorische- en kunsthistorische waarde. Het gaat daarbij concreet om de bewaard gebleven grafzerken, de calvariesteen, de lichtkronen, de orgelgalerij met frontwerk en orgelkast uit 1831-’33 en de vermoedelijk nog negentiende-eeuwse (psalm)borden. De replica van het romaanse doopvont verwijst op tastbare wijze naar het originele exemplaar dat is ondergebracht in Museum Catharijneconvent.

bouwhistorische waarden
- De Jacobskerk is van grote bouwhistorische waarde vanwege de relatief gaaf bewaard gebleven hoofdopzet, verschijningsvorm en constructie uit 1450-1550. Gevels, gewelven, pijlers en kapconstructies dateren allemaal nog (grotendeels) uit de bouwtijd.

- De kerk is verder van bouwhistorisch belang vanwege de duidelijke afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis (historische gelaagdheid), waarbij kerk en toren in drie fasen tot stand zijn gekomen gedurende de periode 1450-1550. Dit komt met name tot uiting in variërend materiaalgebruik, subtiele verschillen in de constructie en in de vormgeving van decoratieve onderdelen en in bouwsporen van afgebroken voormalige scheidingsmuren (boven de gewelven) en van dichtgezette toegangen.