Tijdbeeld
2 afbeeldingen.

Waardering

samenvatting bouwgeschiedenis
Boerderij de Grote Beurse aan Heegsestraat 14 in Terwolde heeft een lange geschiedenis. De schriftelijke geschiedenis begon bij de overdacht van het bezit aan het Grote Gasthuis in Deventer te 1338. In de late zestiende of vroege zeventiende eeuw werd een hallenhuisboerderij met een vakwerk constructie gebouwd die waarschijnlijk uit één ruimte bestond; een zogenaamd ‘los hoes’. Vervolgens werd in 1652 een lanterskamer aangebouwd, met een overwelfde kelder, verhoogde begane grond met een representatief vertrek en een zolder met een hijsrad. Bij deze verbouwing werden de kapconstructies van de lanterskamer en de boerderij met elkaar verbonden.

In de loop van de achttiende eeuw werd de boerderij langzamerhand versteend, waardoor de vakwerkconstructie uit het zicht verdween. Vervolgens vond rond het jaar 1850 een ingrijpende verbouwing plaats, waarbij de zijgevels van de boerderij opgehoogd werden en een grote veeschuur aan het achterhuis verbonden werd. Waarschijnlijk is in deze fase het achterhuis versteend. Tevens verkreeg het woonhuis een negentiende-eeuwse indeling met een centrale gang en vertrekken aan weerszijden.

In 1935 werd de in 1850 aangebouwde veeschuur afgebroken en enkele meters naar het zuiden herbouwd, zodat het vrij kwam te staan van het hoofdgebouw. De gerealiseerde gang tussen de twee gebouwen bood meer ruimte voor daglichttoetreding in de stallen. Uiteindelijk vond er in de jaren tachtig van de vorige eeuw een modernisering van het woongedeelte plaats. Vanwege de in de twintigste eeuw aangebrachte wandafwerkingen, is het mogelijk dat er verschillende bouwsporen schuil gaan achter de betimmeringen. De indeling van de woonvertrekken is daardoor lastig exact te dateren. 

waardering 
De cultuurhistorische waardestelling is volgens de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen: algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie, ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden, architectuurhistorische waarden en bouwhistorische waarden. Elk van deze deelwaarden zijn getoetst aan de hand van de criteria gaafheid (authenticiteit) en zeldzaamheid. Daarnaast zijn zowel de bouwfasering als de waardestelling visueel gepresenteerd op ingekleurde plattegronden van het gebouw. De afgebeelde plattegronden zijn tevens in hogere resolutie te downloaden. De tekeningen dienen in samenhang met de tekstuele waardestelling bekeken te worden. In de Downloads zijn de waarderings- en faseringsplattegronden met een hogere resolutie te vinden.

Op de waardestellingsplattegronden zijn de cultuurhistorische waarden van de ruimtelijke structuur in drie gradaties in kleur weergegeven: 

  • Hoge monumentwaarden (blauw): elementen van cruciaal belang voor de structuur en/of betekenis van het object. 
  • Positieve monumentwaarden (groen): elementen van belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
  • Indifferente monumentwaarden (geel): elementen van relatief weinig belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
  • Kruizen: monumentwaarden van plafond
  • Cirkels: in de bouwhistorie genoemde historische interieuronderdelen

algemene historische waarden vanuit de gebruikshistorie

  • De boerderij is van algemeen belang vanwege de herinnering aan en verwijzing naar bewoning en de ontwikkeling van het boerderenbedrijf in de uiterwaarden van de IJssel, op de landelijke omgeving van de stad Deventer.
  • De boerderij is van algemeen belang vanwege de aanwezigheid van een zogenaamde lanterskamer. Deze verwijst naar de invloed van de grondeigenaren, het Grote Gasthuis uit Deventer, in de landelijke gebieden rondom Deventer.
  • Het belang van het historisch gebruik van de boerderij blijkt in conceptuele zin uit de scheiding tussen een woongedeelte aan de ene en een werkgedeelte aan de andere zijde. Een situatie die ergens in de zeventiende eeuw is ontstaan. De indeling herinnert nog grotendeels aan het historisch gebruik vanaf de zeventiende eeuw, met nadruk op de negentiende eeuw. Een driebeukig bedrijfsgedeelte met stalfunctie in de kubbingen onder de hilden, een middendeel met daarboven een oogstberging, en een woonruimte met een middenvertrek (heerd) en kelders, zijn daar getuige van. De rechter kelder was van belang voor de boterbereiding en de linker kelder behoorde bij de lanterskamer. De situering van de spoelkeuken op de overgang tussen bedrijfs- en woongedeelte geeft de betekenis van dit vertrek aan voor de historische agrarische bedrijfsvoering.
  • De later aangebouwde veeschuur en vaaltstal zijn representatief voor de economische en technische ontwikkelingen van het boerenbedrijf in de periode 1850-1940.

ensemble waarden

  • De stedenbouwkundige/landschappelijke waarden van de boerderij worden hoofdzakelijk bepaald door de ligging van het gebouw op een verhoogd erf in het vruchtbare voormalige stroomgebied van de IJssel.
  • De boerderij is van belang vanwege de oorspronkelijke situering op een ruim en open erf. De waarde daarvan wordt enigszins afgezwakt door de tweede woning die in de tweede helft van de twintigste eeuw op het erf gerealiseerd is.
  • De boerderij vormt samen met de later aangebouwde schuur en vaaltstal een waardevol agrarisch ensemble. De historische indeling en inrichting van het erf is deels verdwenen door de in het noorden op het erf gebouwde ligboxenstal en voersilo’s.

architectuurhistorische waarden

  • De esthetische kwaliteiten van het gebouw zijn gelegen in het aanzien van een traditioneel vormgegeven hallehuis dat later een aantal malen uitgebreid werd. Het gebouw is uitgevoerd met in schoonmetselwerk opgetrokken gevels en voorzien van een afgewolfd en met rietgedekt dak.
  • Het gebouw is van belang vanwege de (voor een boerderij) rijke vormgeving van de gevels van de aangebouwde lanterskamer met oorspronkelijke zandstenen kruis- en kloostervensters, die later dichtgemetseld en vervangen zijn door negentiende-eeuwse moderniseringen.
  • Met betrekking tot het interieur liggen de architectuurhistorische waarden in de bewaard gebleven schouw in de lanterskamer en de reeds genoemde, deels bewaard gebleven driebeukige indeling en de negentiende-eeuwse uitbreidingen daarvan. 

bouwhistorische waarden

  • De boerderij is van belang vanwege de grotendeels bewaard gebleven constructieve opzet van een hallenhuisboerderij uit waarschijnlijk de late zestiende of vroege zeventiende eeuw, bestaande uit een gebintenstructuur van acht ankerbalkgebinten, met nog een aantal sporengespannen die verwijzen naar een waarschijnlijke loshoes indeling in de vroegste fase.
  • De bewaard gebleven zeventiende-eeuwse kapconstructie van de lanterskamer die opgebouwd is uit rondhouten daksporen die ondersteund worden door naaldhouten flieringen en drie eiken kromstijlgebinten heeft een hoge bouwhistorische waarde. 
  • De bouwsporen op de gebinten en in de gevels zijn waardevol omdat ze de afleesbaarheid van de ontwikkeling van de opeenvolgende wijzigingen van de boerderij mogelijk maken.
  • De afleesbaarheid van de opeenvolgende versteningen door de aanwezigheid van het eerste gebint vlak achter de voorgevel en de klezoren rij in de voorgevel, vertegenwoordigd een hoge bouwhistorische waarde. 
  • De bouwsporen van de oorspronkelijke vensters van de aangebouwde lanterskamer zijn van groot bouwhistorisch belang vanwege de gaafheid en de zeldzaamheid daarvan.
  • De bouwsporen in het metselwerk rondom de gevelopeningen in de voor- en de rechter zijgevel van het woongedeelte zijn van belang vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis van de opeenvolgende vensterindelingen.
  • Uit de indeling van met name het woongedeelte van de boerderij is de historisch-ruimtelijke ontwikkeling van het gebouw redelijk goed afleesbaar. Deze geschiedenis is direct te koppelen aan de traditie en modernisering van de agrarische bedrijfsvoering en het wooncomfort.