Tijdbeeld

Tijdlijn

Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

De middeleeuwen tot en met de achttiende eeuw.

De Korte Hofstraat was vanaf de middeleeuwen de noordelijke uitvalsweg van de buiten de ringwalburg ontstane koopliedennederzetting. Lees meer...

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

stadsuitbreiding
In de twaalfde eeuw werd Zutphen een bloeiende handelsplaats, die aan het eind van deze eeuw van graaf OttoI van Gelre en Zutphen stadsrechten kreeg. De stad groeide in deze periode buiten de grenzen van de oorspronkelijke ringwalburg. Ten noorden van de burg ontstond tussen de IJssel en de Berkel in het gebied van de huidige Beukerstraat/Barlheze een nederzetting van kooplieden met een eigen verdedigingswal. De Lange en de Korte Hofstraat verbonden de oude palts aan het  ’s Gravenhof met een nieuwe hof van de Gelderse Graaf ter plaatse van het latere Broedernklooster. De Korte Hofstraat liep dus aanvankelijk recht naar het noorden en vormde zo de uitvalsweg in die richting. Bij een grote stadsbrand die dit gebied in 1284 teisterde ging deze hof mogelijk verloren. In 1293 heeft Margaretha van Vlaanderen, de tweede echtgenote van de graaf van Gelre en Zutphen het terrein met een gebouw geschonken aan de Dominicanen die hier vervolgens een klooster bouwden. De Korte Hofstraat werd naar het oosten afgebogen en zo ontstond in het begin van de dertiende eeuw de Turfstraat. De oorspronkelijke gracht en omwalling van de ringwalburg waren eerder al gedempt en geslecht en zo ontstond een langgerekte markt die al vlug bebouwd raakte met grote koopmanshuizen.
De veertiende eeuw was voor Zutphen een Gouden Eeuw. De stad profiteerde van haar gunstige ligging en goede verbindingen over de Rijn en de IJssel. Zij speelde een belangrijke rol in de vrachtvaart en de (internationale) Rijnhandel met contacten tot ver in Engeland, Scandinavie en Baltische streken. 
De straten van de oude stad werden in deze periode bebouwd met aaneengesloten rijen bakstenen huizen. Deze huizen vormen tot op heden nog het ‘kernbestand’ van de bebouwing binnen de middeleeuwse omwalling. 

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

late middeleeuwen
Korte Hofstraat 8  wordt al in 1458 in het historisch kadaster vermeld als ‘de kleijne huesinge’. In het begin van de zestiende eeuw staat aan de achterzijde ‘de kamer van Henrick Vatebender’. Vatebender was destijds de eigenaar van het naastgelegen huis, het huidige nummer 6.  Het kleine en ondiepe huis was dus al vroeg aan de achterzijde ingebouwd door een achterhuis van de buurman, een situatie die tot op heden in stand bleef.

Een reeks hergebruikte eikenhouten daksporen in de huidige kapconstructie zouden kunnen verwijzen naar een veertiende-eeuwse oorsprong van de bebouwing op dit perceel. Deze daksporen hebben de sterk rechthoekige doorsnede die in de IJsselstreek typerend is voor kapconstructies uit de eerste helft van de veertiende eeuw opgebouwd uit sporengespannen. De aangetroffen daksporen zijn voorzien van duidelijke kleine gesneden telmerken, ook passend bij deze datering. 

Slideshow
Tekst
Slideshow
Tekst
Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

Modehuis Nuy

In de tweede helft van de negentiende eeuw begon de weduwe van Theodorus Nuy, Willemina Johanna van der Worp een winkel in het pand aan de Korte Hofstraat 4. Lees meer...

Slideshow
Tekst

Negentiende eeuw
In het begin van de negentiende eeuw was de Korte Hofstraat 4 in bezit van winkelier Hanns Heurs en later van Willem Wiesfel. Tussen 1862 en 1869 is winkelier Jan Willem Magendans de bezitter. Op 1 september 1864 richtte Willemina Johanna van der Worp, weduwe van de wijnhandelaar Theodorus Nuy, samen met haar dochter Henriëtte Catharina Nuy, aan de Korte Hofstraat 4 een winkel op. Hier verkochten zij garen, pelswaren, lingerie en ander kleingoed. De oudste zoon van Henriëtte, Nicolaas Theodoor Dekker, trad rond 1870 toe tot het bedrijf. Hij kreeg in 1880 het pand aan de Korte Hofstraat 4 in zijn bezit en kocht in 1887 de Korte Hofstraat 6. In 1893 verwierf hij ook Korte Hofstraat 8. Rond 1900 traden zijn beide zoons, Henri en Jan Roelof Dekker, toe tot het bedrijf.[1]

Footnotes

  1. ^ Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het archief van Modehuis Nuy (1830-2011), 2017, p.7. NL-ZuRAZ-0479
Slideshow
Tekst

Twintigste eeuw
In 1933 werd Nicolaas Dirk Dekker, de zoon van Henri Dekker, in de zaak opgenomen. Vanaf de jaren twintig was in het pand aan de Korte Hofstraat 4 een lunchroom gevestigd, maar het pand bleef in het bezit van de familie Dekker. In de jaren dertig van de twintigste eeuw was de werkplaats van J.E. Blom in het pand gevestigd. Na de oorlog, in 1949, werd het pand weer onderdeel van het modehuis Nuy. Samen met zijn echtgenote Berendina Ordelman, nam Nicolaas Dirk Dekker in 1959 het bedrijf over van Henri en Jan Roelof Dekker. In 1966 kocht Nicolaas Dirk Dekker Korte Hofstraat 2, waar de lingerie afdeling van het bedrijf gevestigd werd. De winkel Nuy strekte zich uit over een winkelfront van 22 meter.[1]

Footnotes

  1. ^ Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het archief van Modehuis Nuy (1830-2011), 2017, p.7. NL-ZuRAZ-0479
Slideshow
Tekst

​In 1978 droeg Nicolaas Dirk Dekker het bedrijf over aan de Naamloze Vennootschap Nuy Mode, waar hij tevens directeur van was. Een kleine tien jaar later nam zijn dochter Brendien Magreet Dekker, samen met haar echtgenoot Cornelis Bastiaan Leeuwenburg, de zaak over. Onder haar leiding werd in de jaren negentig van de vorige eeuw aan de Korte Hofstraat 3 een mannenmode zaak geopend. In 2003 nam hun zoon, Nicolaas Leeuwenburg, de modezaak over. Vanwege een zware financiële periode werd het bedrijf in 2011 na 147 jaar aan de externe partij Van der Kam verkocht.[1]

Footnotes

  1. ^ Regionaal Archief Zutphen, Inventaris van het archief van Modehuis Nuy (1830-2011), 2017, p.7. NL-ZuRAZ-0479
Slideshow
Tekst
Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

De negentiende en twintigste eeuw.

In de negentiende en twintigste eeuw vonden er verschillende verbouwingen plaats aan de Korte Hofstraat 8. Lees meer...

Slideshow
Tekst

negentiende eeuw
De huidige hoofdopzet van het huis zal kort na het midden van de negentiende eeuw tot stand gekomen zijn, mogelijk in 1875 na de aankoop van het huis in dat jaar door Wilhelmina J. van der Worp, de weduwe van Hendrik Nuy . De constructie maar met name de vormgeving van de voorgevel, het bewaard gebleven interieur en de trap wijzen daar op. In de eerdere bouwhistorische rapportage werd nog een vroeg negentiende-eeuwse oorsprong aan het interieur toegedacht, bij nadere beschouwing moet deze datering wat naar boven bijgesteld worden.

De zoldervloer is opgebouwd uit een enkelvoudige naaldhouten balklaag, de overige balklagen zijn niet in het zicht. De vensters in de voorgevel zijn uitgevoerd als vierruits schuifvensters met op zolder oorspronkelijk een dubbel luik, dat later vervangen werd door vast glas.

Slideshow
7 afbeeldingen.
Tekst

interieur
Op de eerste en tweede verdieping is met lichte houten afscheidingen en ‘Brabantse wandjes’ een indeling gemaakt. Hierin zijn paneeldeuren opgenomen. De vertrekken zijn voorzien van eenvoudige stucplafonds.

Rechts aan de achterzijde zijn boven elkaar de trappen naar de tweede verdieping en de zolder geplaatst. Het gaat om verdreven naaldhouten trappen met onder- en bovenkwarten die voorzien zijn van gedraaide balusters De achtkantige trappalen hebben een eenvoudige bekroning. De trap naar de zolder is in de huidige situatie afgetimmerd en voorzien van een deur, oorspronkelijk was dit net zoals de trap naar de tweede verdieping een open trap.

De lage derde verdieping is verder niet ingedeeld. Aan de linker zijde staat tegen de bouwmuur een houten lichtkoker voor wat daglicht op de tweede verdieping.

Slideshow
5 afbeeldingen.
Tekst

twintigste eeuw
Bij de samenvoeging van de huisnummers 6 en 8, die volgens het Kadaster in 1901 plaatsvond, werden deze huizen op de eerste en de derde verdieping met elkaar verbonden. Het platte dak van de nummers 6 en 8 sloot aan op de bestaande kap van nummer 8.

Waarschijnlijk kort na de oorlog (blijkens een luchtfoto ca. 1934) werd tegen het rechter dakschild van de kap een grote dakkapel neergezet waarin twee grote duivenhokken ondergebracht zijn. Deze hokken zijn via een trap vanaf de derde verdieping te bereiken. Via de kapel is ook het platte dak toegankelijk.

Slideshow
Tekst