Advies en waardering
Havik 39 is gesitueerd in het oudste deel van de stad Amersfoort. Op deze locatie stond in de 12e en 13e eeuw al bebouwing in de vorm van houten huizen. In haar huidige vorm is het huis tot stand gekomen bij nieuwbouw omstreeks het midden van de 17e eeuw. Mogelijk is destijds een ouder achterhuis in het nieuwe huis opgenomen. Van het huis is in de 19e eeuw de voorgevel gemoderniseerd en in de tweede helft van de vorige eeuw werd de indeling op de begane grond en de verdieping aangepast.
waardering
algemene historische waarden
De situering van het huis, gebouwd op een smal diep perceel met eigen bouwmuren en met een smalle osendrop van de belendingen gescheiden, verwijst naar de vroegste bebouwing met houten huizen die vanaf de 12e en 13e eeuw op deze plek in de stad ontstond. Bovengronds bleven geen tastbare restanten bewaard die verwijzen naar deze oorspronkelijke situatie.
De indeling van de begane grond is verder typologisch van belang vanwege de bewaard gebleven laat-middeleeuwse kelder en als verwijzing naar de 19e eeuwse wooncultuur van de gegoede middenstand.
stedenbouwkundige waarden
Het huis is van belang als onderdeel van de historische bebouwing van de zuidelijke bouwblok van het Havik en vanwege de positieve bijdrage aan de zuidelijke gevelwand hiervan.
architectuurhistorische waarden
De architectuur van de brede voorgevel is representatief voor de periode van ontstaan waarbij op creatieve wijze een verdiepingloos huis met een topgevel het uiterlijk kreeg van een huis met een volledige verdieping.
bouwhistorische waarden
De grootste bouwhistorische waarden zijn gelegen in de bewaard gebleven onderdelen van het casco en met name in de gaaf bewaarde oorspronkelijke kapconstructie en de laat middeleeuwse kelder aan de achterzijde. Voor de zoldervloer, de beide bouwmuren en de voor- en de achtergevel kan een hoge bouwhistorische verwachtingswaarde uitgesproken worden. .
De eikenhouten kap is in typologisch opzicht van belang vanwege de constructieve opzet met kenmerken uit de overgangsperiode rond 1650 waarbij een traditionele gebintconstructie gecombineerd met een moderne houtconstructie in naaldhout toegepast werd.
De kelder is typologisch van belang als mogelijk onderdeel van een aangebouwde stenen kamer en vanwege het toegepaste gewelf en de toegangen en openingen.
Het interieur is met name van belang vanwege de bewaard gebleven historische indeling op de begane grond bestaande uit een gang in het verlengde van de voordeur met aangrenzend een reeks vertrekken.
De verbouwing uit 1998 heeft door het gedeeltelijk verhogen van vloer van de begane grond geen positieve bijdrage geleverd aan de afleesbaarheid van de historische structuur.
Veel informatie gaat nog schuil achter betimmeringen en recent aangebrachte afwerkingslagen. De volledige omvang van de bouwhistorische betekenis van dit huis valt om deze reden in dit stadium van de planontwikkeling niet vast te stellen.
Het is daarom aan te bevelen om na het (gedeeltelijk) strippen van het interieur de bevindingen en de conclusies van deze rapportage te actualiseren. De zolderbalklaag en de bouwmuren kunnen naar verwachting kenmerken en bouwsporen bevatten betreffende het ontstaan en de datering van het huis, eventuele voorgangers en specifieke informatie over het gebruik, decoratie en de indeling aan de hand van plafondafwerkingen, stookplaatsen, trapravelingen, vensteropeningen etc.
Los van de uitkomsten daarvan lijkt het op grond van de historische structuur van het huis niet wenselijk om bij een toekomstige ingreep voort te borduren op de in 1998 gerealiseerde indeling, maar om de kelder en de opkamer ruimtelijk weer af te bakenen en herkenbaar te maken. Ook het handhaven van een doorgaande gangstructuur achter de voordeur is in dit opzicht aan te bevelen.