Advies en waardering
Walstraat 10 is in zijn huidige vorm ontstaan bij de splitsing en verbouwing van een in de tweede helft van de zeventiende eeuw of in de achttiende eeuw gebouwd huis. Daarbij is een bestaand achterhuis in de nieuwe situatie ingepast. Bij verbouwingen aan het eind van de negentiende eeuw werden het achterhuis met een verdieping verhoogd en het smalle huisje aan de rechterzijde bij het complex getrokken.
De drie bouwmassa’s zijn gegroepeerd rond een kleine binnenplaats, die op de begane grond waarschijnlijk al aan het eind van de negentiende eeuw overkapt werd. Daarbij is de achtergevel van het smalle huisje uitgebroken. Op de verdieping is de binnenplaats nog open.
De voorgenomen werkzaamheden hebben hoofdzakelijk betrekking op de indeling op en rond de binnenplaats. Deze binnenplaats heeft in conceptuele zin een hoge monumentwaarde, vooral vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis. De binnenplaats vormt een strakke overgang tussen binnen en buiten, duidelijk begrensd door gemetselde gevels waaraan de schilddaken van de verschillende bouwmassa’s grenzen.
In materiële zin is de waarde een stuk beperkter. Hoewel aangenomen mag worden dat de fysieke aanwezigheid van de laat-middeleeuwse stadsmuur ter plaatse in belangrijke mate structurerend geweest moet zijn voor de ruimtelijke opbouw, is de aanwezigheid van deze muur in Walstraat 10 nergens aantoonbaar.
Op de verdieping wordt de zuidoostelijke begrenzing van de binnenplaats gevormd door de achterzijde van het achterhuis, dat aan het eind van de negentiende eeuw met een verdieping verhoogd is. Deze gevel is afgewerkt met pleisterwerk en de bakstenen zijn nergens in het zicht.
De noordwestelijke begrenzing van de binnenplaats wordt gevormd door de achtergevel van het smalle huisje. Mogelijk heeft dit huisje een laat-middeleeuwse oorsprong, de huidige gedaante kwam hoofdzakelijk tot stand bij de samenvoeging met Walstraat 10 in 1898. Niet uit te sluiten valt dat het huisje oorspronkelijk verdiepingloos was, in dat geval dateert deze gevel uit 1898.
De noordoostelijke begrenzing van de binnenplaats wordt gevormd wordt door de rechter bouwmuur van het hoofdhuis. Deze muur is waarschijnlijk onderdeel van de vroegste bebouwing op het perceel die uit het eind van de zeventiende of de achttiende eeuw dateert. Bij de splitsing en verbouwing in 1845 bleef deze muur behouden. Mogelijk is daarbij ook een pleisterlaag aangebracht, die inmiddels weer verwijderd is.
De zuidwestelijke begrenzing van de binnenplaats wordt gevormd door de aangrenzende belending.
Aanbevelingen
Het is aan te bevelen om het specifieke karakter van de binnenplaats zoveel mogelijk te behouden en waar mogelijk te versterken door:
- de afmeting van noodzakelijke doorbraken zoveel mogelijk te beperken,
- zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande gevelopeningen,
- de aangrenzende dakvoeten, inclusief gootlijsten en borstweringen niet in te bouwen,
- zoveel mogelijk daglicht van boven toe te laten,
- geen horizontale verkeersverbindingen tussen de verschillende bouwmassa’s via de binnenplaats te maken,
- de achtergevel van het smalle huisje op de begane grond op de oorspronkelijke plaats terug te plaatsen.