Tijdbeeld

Tijdlijn

Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

16e en 17e eeuw, ontwikkeling Blokzijl

Dankzij haar gunstige ligging aan het Noorderdiep maakte Blokzijl in de Gouden Eeuw grote economische groei door.

Slideshow
Tekst

Rond 1550 kwam de veenontginning in de omgeving van Blokzijl tot ontwikkeling. Het gewonnen turf werd aanvankelijk over de Steenwijker Aa via de Zuiderzee richting de Hollandse steden vervoerd. Door de toegenomen vraag naar turf voldeed de Steenwijker Aa als transportroute na verloop van tijd niet meer. Een nieuw kanaal werd tussen de Steenwijker Aa en de Zuiderzee gegraven: het Noorderdiep. Aan de monding werd het diep van een sluis voorzien. Rondom de sluis ontstond het plaatsje Blokzijl dat zich door haar gunstige ligging al snel tot een handelscentrum ontwikkelde. Met name de aanleg van een havenkolk stimuleerde de economische activiteiten. Blokzijl werd in 1581 in opdracht van De Republiek omgeven met ves­tingwerken. De plaats diende als militair steunpunt in het bijna volledig door de Spanjaarden bezette Overijssel. De overslag van Staatse troepen tijdens het Beleg van Steenwijk (1580-1581) was van doorslaggevende betekenis voor de ontwikkeling van Blokzijl. De scheepvaart en handelsactiviteiten namen hierdoor in hoog tempo toe waarbij de plaats nauwe banden onderhield met de Hollandse steden, in het bijzonder Amsterdam en Enkhuizen. Op een kaart van Johan Bleau uit 1649 is zichtbaar dat er veel schepen aanleggen in de haven. Binnen de ruim aangelegde vestingwerken waren nog voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de plaats.

De Grote Kerk van Blokzijl is tussen 1609 en 1613 gebouwd als één van de eerste hervormde kerkgebouwen van Nederland. Het pand Wijde Gang 2 is vlakbij de kerk gebouwd, de bouwheer en zijn vrouw zijn na hun overlijden in deze kerk begraven.

Na het rampjaar 1672 kwam abrupt een einde aan de economische bloeiperiode van Blokzijl. De haven verzandde en het veen in het achterland begon op te raken. Nieuwe veengebieden in Drenthe werden ontgonnen waarbij de transportroute voortaan via Zwartsluis liep. De belangrijkste economische pijlers van Blokzijl vervielen waardoor de economie stagneerde.[1]

 

Footnotes

  1. ^ Toelichting op aanwijzingsbesluit Beschermd Stadsgezicht Blokzijl, nr. 1398, RCE, 1973.
Slideshow
Tekst
Slideshow
Tekst
Slideshow
Tekst
Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

1657, Bouw Wijde Gang 2

Het pand Wijde Gang 2 is in 1657 gebouwd door Daniel Hans, midden in de bloeiperiode van Blokzijl.

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

Daniel Hans

Het bouwjaar 1657 en de naam van de bouwheer staan vermeld op een ingemetselde gevelsteen in de voorgevel van het pand. Van de vermelde bouwheer, Daniel Hans, wordt aangenomen dat zijn volledige naam Daniel Hanssen Burghgraaf, luidde. Daniel werd in 1622 geboren, hij trouwde in 1639 met Femmigje Sillberants en kreeg met haar twee kinderen, Hans en Jantje. Hij overleed in 1672 en zijn vrouw in 1679, beiden werden in de nabijgelegen Grote Kerk begraven.

De bouw van Wijde Gang 2 vond plaats in de economische bloeiperiode van Blokzijl en maakt daarmee onderdeel uit van de belangrijkste stedenbouwkundige ontwikkeling van de plaats. Daniel Hans liet een vrij bescheiden éénlaags huis met souterrain op een hoekperceel bouwen. Het onregelmatige hoekperceel werd optimaal benut door de voorgevel niet haaks op het pand te bouwen maar tot pal aan de perceelsgrens. Het relatief hoge dak kreeg een vrij steile hellingshoek. De kapconstructie van het pand bezit enkele midden zeventiende-eeuwse kenmerken, wat het bouwjaar op de gevelsteen bevestigd.

Overigens is over de trapeziumvormige console in de zijgevel weinig bekend. Het pleisterwerk ontneemt zicht op het metselwerk waardoor niet vastgesteld kan worden of deze zich op de oorspronkelijke plek bevind en in welke fysieke context de console gezien moet worden. Consoles werden toegepast onder bijvoorbeeld balken, boog- of gewelfaanzetten, kaars- of beeldnissen, uitkragingen enz.

 

Slideshow
5 afbeeldingen.
Tekst

Stookplaatsen en indeling

Hoewel het zeventiende-eeuwse casco van het pand vrij goed bewaard is gebleven, is de oorspronkelijke inwendige structuur van het pand  door latere moderniseringen moeilijk af te lezen. Enkele bouwsporen in de bakstenen rechter zijmuur in de huidige woonkamer geven toch wat aanwijzigen. De roetaanslag in de uit gele bakstenen opgebouwde zijmuur getuigd van de vroegere aanwezigheid van een schouw. De raveling in de verdiepingsbalklaag bevestigd de vroegere aanwezigheid van een rookkanaal hierboven. Vrij hoog in de muur zitten inkassingen ten behoeve van een schouwbalk. De stookplaats had dus een vrij hoog geplaatste rookvang. Ter hoogte van de inkassingen is zelfs nog het restant van een ingemetselde ijzeren stang aanwezig waaraan iets opgehangen kon worden boven het vuur. In de vroegere achterwand van de (hoge) schouwmond hebben tegeltjes gezeten die een duidelijke aftekening in de specie hebben achtergelaten. Links van de schouw zit een fragment van een donkere lambrisering. De opstaande beëindiging van de lambrisering tegen de vroegere schouw bewijst dat deze gelijktijdig met het functioneren van de schouw aanwezig is geweest. Net boven het vloerniveau zit een rij zwartgeverfde tegeltjes in de lambrisering. De hoge schouw in combinatie met de donkere lambrisering wijst mogelijk op het oorspronkelijk functioneren als werkplaats van deze ruimte. De aanduiding als ‘huis’ op de gevelsteen verwijst echter ook naar de woonfunctie van het pand. Waarschijnlijk functioneerde het rechter deel van het pand als werkplaats voor een ambacht en het linker deel als woning voor het gezin. De gecombineerde functies van een werkplaats aan huis was in de zeventiende eeuw zeer gebruikelijk.

Tegen het linkerdeel van de achtermuur (in de huidige keuken) zijn sporen aangetroffen van een tweede rookkanaal. Ook hier zit een oorspronkelijke raveling in de balklaag ten behoeve van het rookkanaal. Waarschijnlijk bevond zich ook in de oorspronkelijke situatie hier de keuken. In de balken rondom het rookkanaal zit nog een haak en een tweetal duimgehengen. Zowel in de vroegere werkplaats als in de keuken is een blauwe afwerking op het pleisterwerk aangetroffen.

 

Slideshow
6 afbeeldingen.
Tekst

Balklagen en vloeren

Eikenhout was als constructiehout vóór 1600 de meest toegepaste houtsoort. Tussen 1600-1620 stagneert de aanvoer van eikenhout vanwege het opraken van de binnenlandse eikenhouten bosbestanden en vanwege de afgesneden transportroutes richting Duitsland door de Tachtigjarige Oor­log. Nieuwe houtvoorraden werden gevonden in de gebieden rondom de Oostzee waar vooral veel naaldhout beschikbaar was. Hierdoor ging het gebruik van eikenhout in de steden in het eerste kwart van de zeventiende eeuw over op de toepassing van naaldhout voor constructieve onderdelen. Het gebruik van naaldhout markeerde gelijktijdig ook de overgang van de meervoudige balklaag bestaande uit moer- en kinderbinten naar de enkelvoudige balklaag waarbij de vloerplanken direct op de hoofdbalken werden opgelegd.

In het pand Wijde Gang 2, die enkele jaren na deze overgang is gebouwd, is dan ook uitsluitend naaldhout als constructiehout toegepast. De begane grond balklaag bestaat uit een enkelvoudige naaldhouten balklaag die ingelegd is in de zijmuren. Opmerkelijk is de aanwezigheid van een tweetal zeer lange ongedecoreerde sleutelstukken, die zichtbaar zijn in de kelder. Mogelijk staat de aanwezigheid van de sleutelstukken in verband met de schouw erboven. Tijdens het onderzoek waren de vloerdelen aan het zicht onttrokken vanwege de afdekking ervan met later plaatmateriaal.

Omdat het pand een dwarskap heeft, waarvan de nok evenwijdig aan de straat ligt, is de verdiepingsbalklaag ingelegd in de voor- en achtergevel. Zodoende kon de verdiepingsbalklaag de zijwaartse spatkrachten van de kapconstructie opvangen. In de beide zijmuren is een strijkbalk aangebracht, in de rechter zijmuur is deze onderbroken door de raveling ten behoeve van het rookkanaal. Oorspronkelijk waren de balken voorzien van decoratieve sleutelstukken wat bewijst dat de balklaag oorspronkelijk in het zicht heeft gezeten. De meeste sleutelstukken zijn later verwijderd maar in de hoek van de woonkamer is er nog één gehandhaafd. Dit sleutelstuk is gedecoreerd met een door een lijstje onderbroken ojiefprofiel, een vrij typerend profiel voor de zeventiende eeuw. Een groot deel van de zoldervloerdelen bestaat nog uit de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse vloerdelen van 20-30 cm breed. De delen zijn onderling gekoppeld door een losse veer.

 

Slideshow
4 afbeeldingen.
Tekst

Kapconstructie

De betrekkelijk hoge en steile kap is opgebouwd als een naaldhouten sporenkap bestaande uit smalle rondhouten stammetjes. De sporen worden ondersteund door een viertal naaldhouten dekbalkjukken met rechte spantbenen. De meeste houtverbindingen in de kapconstructie zijn verankerd met gesmede spijkers. Alleen de verbindingen tussen de dekbalk-korbeel en dekbalk-spantbeen zijn middels een pen-gat gemaakt. Hier zijn de onderdelen dan ook gemerkt. De telmerkreeks is opmerkelijk genoeg alleen aan de rechterzijde (achterzijde) waargenomen, hier zijn ovaaltjes in het hout geslagen. Het oostelijke (rechter) juk heeft nummer 1 en de nummering loopt op naar het westelijke (linker) juk nummer 4. De afwezigheid van (restanten of sporen van) windschoren op het uiteinde van het vierde (en laatste) juk bewijst dat het linker dakvlak ook in de oorspronkelijke situatie schuin is geweest.

Tussen de gebinten zijn tussenbalken aangebracht die met gesmede spijkers zijn verbonden aan de sporen. De tussenbalken dragen samen met de dekbalken de vlieringvloer. De vlieringvloer tussen de gebinten bestaat uit de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse vloerdelen. De brede vloerdelen werden gekoppeld middels een losse veer. Opmerkelijk is dat er aan de bovenzijde ter plaatse van de naden extra planken zijn aangebracht, mogelijk om stofdoorslag te voorkomen.

Over de oorspronkelijke functie van de zolderruimte is niet veel bekend maar een aantal kenmerken geven wel een aanwijzing. De geringe hoogte tussen de zoldervloer en de dekbalken doet geen woon- of verblijfsfunctie vermoeden. Ook hebben alle gebinten windschoren gehad die de aanwezigheid van oorspronkelijke dakkapellen onwaarschijnlijk maakt. Immers, windschoren blokkeren een eventuele de ruimte onder de dakkapellen. Waarschijnlijk diende de zolder en vliering dan ook uitsluitend voor de opslag van materialen en voorraad.

 

Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

19e eeuw, modernisering woonhuis

Het zeventiende-eeuwse gebouw heeft waarschijnlijk in de negentiende eeuw een grondige modernisering ondergaan.

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

Op enige moment heeft de woning een vrij grondige modernisering ondergaan. De modernisering van het pand stond in het teken van vergroting van het wooncomfort. Het moment van deze modernisering is niet geheel zeker maar heeft gezien de toegepaste materialen en constructies plaatsgevonden tegen het eind van de negentiende eeuw.

 

Gevels

De voorgevel is bij deze modernisering vrij grondig gewijzigd. De vensters werden vergroot en er werden voor die tijd modieuzere schuiframen geplaatst waardoor de woning ook van meer daglicht werd voorzien. De entree kreeg een nieuw en vrij ondiep portiekje. Waarschijnlijk werd in deze bouwfase ook de gevel gepleisterd, iets wat past binnen de negentiende-eeuwse mode en tegelijkertijd ook het lappendeken aan wijzigingen in de gevel maskeert. In het voorste dakvlak werd een dakkapel aangebracht. Hiermee werd de zolderverdieping voorzien van enig daglicht. De zijkanten van de dakkapel, de wangen, werden opgebouwd uit (hergebruikte) gele bakstenen. Waarschijnlijk werd de zolderruimte pas toen voor het eerst als woonruimte in gebruik genomen, mogelijk was hier een slaapkamer ingericht. Ook de keldertoegang werd vernieuwd, hoewel het zeer goed mogelijk is dat de kelder van oorsprong ook van de buitenzijde bereikbaar was. De raveling rondom de toegang dateert waarschijnlijk uit de negentiende eeuw.

Ook de deur en vensteropeningen in de zijgevel zijn waarschijnlijk grotendeels het resultaat van de modernisering in de negentiende eeuw.

 

Slideshow
3 afbeeldingen.
Tekst

Interieur

Het interieur kreeg een nieuwe indeling waarbij een middengang met houten wanden het pand in twee delen opdeelde. De plattegrond van de bestaande situatie uit 1969 geeft nog een goed beeld van de toen gecreëerde indeling. De middengang liep van de (nieuw geplaatste) voordeur tot aan de achtergevel, waarin een deur zat die direct toegang gaf tot de achtertuin. Een dwarsgang gaf daarnaast toegang tot de zijingang. Op de plek waar de twee gangen samenkwamen werd een vaste trap geplaatst. De aanwezigheid van de trap geeft een duidelijke aanwijzing voor de woonfunctie op zolder vanaf deze bouwfase. Rechts van de middengang werd een voor- en achterkamer gecreëerd die middels suitedeuren van elkaar afgescheiden waren. De oude hoge schouw werd verwijderd en vervangen door een nieuwe schouw, centraal tegen de wand van de voorkamer. De opening van het rookkanaal is nog goed herkenbaar in het houten plafond. Linksachter in het pand zat de keuken.

Het zeventiende-eeuwse balkenplafond van de verdiepingsvloer werd weggewerkt achter een verlaagd plafond opgebouwd uit geschaafde houten delen die onderling met messing en groef gekoppeld zijn. Hierbij werden een aantal sleutelstukken onder de verdiepingsbalklaag weggehaald. Op de verdiepingsvloer werd een nieuwe houten dekvloer gelegd. Ook tegen de onderzijde van de vlieringvloer werden planken tussen de draagbalken aangebracht. De afwerkingen maakten de ruimte geschikt als slaapkamer. De wanden van de vertrekken werden met jute bespannen, hiervan zijn nog resten aanwezig. De jutebespanning was de drager van bijvoorbeeld papierbehang en voorkwam condensvorming op de muren of achter het meubilair.

 

Slideshow
Tekst
Slideshow
Tekst
Tijdlijn afbeelding
Tijdlijn titel & intro

20e eeuw, recente wijzigingen

In de twintigste eeuw hebben er wederom een aantal wijzigingen ten behoeve van het wooncomfort aan het pand plaatsgevonden.

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

1939, bouw toilet achterzijde

Getuige de kadastrale hulpkaart uit 1939 heeft het grondvlak van het pand kort voor 1939 een kleine wijziging ondergaan. Tegen de achtergevel is een kleine toiletruimte geplaatst. Het toilet was bereikbaar via een klein portaal die direct achter de achteringang was geplaatst. Het portaaltje gaf voortaan ook toegang tot de achtertuin.

 

Slideshow
6 afbeeldingen.
Tekst

1969-1972, wijziging indeling en herbouw rechter zijmuur

Waarschijnlijk heeft er eind jaren zestig, begin jaren zeventig een vrij ingrijpende verbouwing van het pand plaatsgevonden. De eigenaar van destijds, de heer J. Middelhof heeft het pand destijds eigenhandig verbouwd.

In 1969 is er een vergunningaanvraag ingediend waarop een wijziging van de indeling is voorgesteld. De voor- en achterkamer werden samengevoegd door verwijdering van de tussenmuur met suitedeuren. In de dwarsgang en onder de trap werd een douche ingericht. De keuken werd vergroot door het bijtrekken van het achterste deel van de middengang. De negentiende-eeuwse plafonds verdwenen achter verlaagde plafonds. De vloeren werden met nieuwe houten opdekvloeren uitgevlakt. Bovendien werden de achterste vloerdelen tevens geheel vervangen. In de zolder werden een drietal slaapkamers afgetimmerd en ook de kapconstructie verdween hierdoor uit het zicht. Veel van de aftimmeringen zijn in 2019 en 2020 weer verwijderd.

In 1972 is tevens een vergunning aangevraagd om de uit het lood staande rechterzijmuur ter hoogte van de kap te mogen vervangen door een nieuwe muur met daarop een wolfeind. Het wolfeind kreeg dezelfde hoek als het dakvlak aan de zijkant van het pand.

Vanaf de jaren zeventig zijn waarschijnlijk ook de twee betonnen kelderruimtes, de serre en de dakkapellen in het achterste dakvlak in meerdere fasen tot stand gekomen. Vanwege de plaatsing van de dakkapellen zijn windschoren van de dekbalkjukken verwijderd. Ook de sporen waaraan de tussenbalken bevestigd waren, werden afgezaagd. De dekbalkjukken moesten hierdoor een groter deel van de krachtenafdracht voor hun rekening nemen. Deze ingrepen hebben de stabiliteit van de kapconstructie geen goed gedaan.

 

Slideshow
2 afbeeldingen.
Tekst

1981, herstel kap

Begin jaren tachtig is de kap beschadigd door een storm waar­door deze hersteld diende te worden. De oorspronkelijke rondhouten daksporen zijn toen net boven de flieringen afgezaagd en vervangen door daksporen met een rechthoekige doorsnede. Hierbij lijkt overigens de oorspronkelijke rondhouten nokgording herplaatst te zijn. Het dak kreeg dakbeschot bestaande uit astbest plaatmateriaal. De sporen van het linker dakvlak zijn nog geheel oorspronkelijk.

 

Slideshow
Tekst