Tijdbeeld

Waardering

samenvatting van de bouwgeschiedenis
Het erf van boerderij De Oude Loïne in Wilp wordt al in 1452 in de archieven genoemd en behoorde tot het adellijke bezit van het Huis Wilp. Vanaf de 17e eeuw is de boerderij in particuliere handen, eerst van de patriciërsfamilie Muys en hun nazaten en vanaf 1850 van de familie Kloosterboer.
De opzet van de huidige boerderij is ontstaan na nieuwbouw in 1673. Waarschijnlijk is de oude boerderij bij de oorlogshandelingen in het rampjaar 1672 of de bezetting daarna zwaar beschadigd of verwoest. De hoofddraagconstructie in het woongedeelte bezit zowel traditionele gebinten als dragende stenen muren die de zoldervloer dragen. Dit had niet alleen gevolgen voor de constructie maar ook voor de indeling.
In 1853 komt de Loïne in handen van Adriaan Kloosterboer die met zijn gezin op de boerderij gaat wonen. Kort daarna wordt het woongedeelte van de boerderij ingrijpend vernieuwd, waarbij het linker deel van het voorhuis wordt uitgebreid en de huidige indeling van de gevels tot stand komt. Hiermee krijgt de boerderij de vorm van een krukhuis. In 1854 verrijst naast de boerderij een vrijstaande doorrijschuur.
Omstreeks 1900 vindt de verhoging van het woongedeelte aan de rechterzijde plaats. De vertrekken aan deze kant worden vergroot en op zolder ontstaat ruimte voor twee slaapkamers. In deze periode moderniseert men tevens de stalrinchting met grupstallen.

Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog zijn op de boerderij Duitse soldaten ingekwartierd. Wanneer Canadese troepen in april 1945 in het kader van operatie 'Cannonshot' bij Gorssel de IJssel oversteken, leidt dit tot hevige gevechten op de westoever in de omgeving van Wilp. De Loïne komt in de vuurlinie te liggen en raakt zwaar beschadigd. Kogelgaten in de gevels getuigen nog van dit oorlogsgeweld.
In 1980 vindt opnieuw een ingrijpende verbouwing en verandering van de indeling van het woongedeelte van de boerderij plaats. Ook het bedrijfsgedeelte wordt gemoderniseerd. Hier wordt de onderschoer afgesloten met een glaspui, vervangen stalen kolommen enkele afgezaagde gebintstijlen en wordt op de deel een nieuwe vloer en een systeemplafond aangebracht.

 

4 afbeeldingen.

waardering
De cultuurhistorische waardering is onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen. Daarnaast worden de bouwfasering en de waardering visueel gepresenteerd op de bijgevoegde faserings- en waarderingsplattegronden. Deze zijn als .pdf bestand ook te raadplegen via 'Downloads'.

algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie

  • De boerderij is van algemeen historisch belang vanwege de herinnering aan en de verwijzing naar bewoning en de ontwikkeling van het boerenbedrijf op een oeverwal langs de IJssel. Het erf ’De Loïne' wordt al in 1452 in schriftelijke bronnen genoemd. 
  • De boerderij is verder van algemeen historisch belang als pachtboerderij die  aanvankelijk behoorde tot de Wilpse goederen en later in handen kwam van stedelijke notabelen.  
  • De boerderij heeft een hoge historische waarde als nieuwbouw na de inname van de IJsselstreek door Franse en Munsterse troepen in het rampjaar 1672.
  • Het historisch gebruik van de boerderij blijkt op hoofdlijnen uit de hoofdvorm en de scheiding tussen een woongedeelte aan de voorzijde en een agrarisch bedrijfsgedeelte aan de achterzijde. Daarnaast herinnert concreet de indeling, vormgeving en inrichting van het woon- en bedrijfsgedeelte (ondanks latere veranderingen) nog op tastbare wijze aan het historisch gebruik vanaf het midden van de 19e eeuw: een driebeukig bedrijfsgedeelte met stalfunctie en middendeel met daarboven een oogstberging aan de achterzijde en een indeling aan de voorzijde met een middenvertrek (heerd) en zijvertrekken. 
  • De vormgeving, indeling en het interieur van het woongedeelte zijn van belang vanwege de herinnering aan de ontwikkeling van het wooncomfort en verbeterde hygiëne: het creëren van volwaardige zijvertrekken met keuken en de transitie op het patteland van het slapen in bedsteden naar het slapen in ledikanten in volwaardige slaapvertrekken op zolder. 

ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden

  • De stedenbouwkundige/landschappelijke waarde van de boerderij wordt hoofdzakelijk bepaald door de solitaire en prominente ligging op een verhoging tegen de rivierdijk. Dit hoogteverschil verwijst naar het ontstaan van het IJssellandschap en de bedijking van de rivier in de middeleeuwen. 
  • De boerderij vormt samen met de schuur een waardevol agrarisch-historisch ensemble uit de 19e eeuw. 
  • De boerderij is van belang vanwege de situering op een ruim, erf met (restanten van) de historische indeling en tuinaanleg. 

architectuurhistorische waarden

  • De architectuurhistorische en esthetische kwaliteiten van het gebouw zijn gelegen in het aanzien van een traditioneel vormgegeven hallehuis met uitgebreid woongedeelte, met gepleisterde gevels en voorzien van een met riet gedekt wolfdak. 
  • De boerderij is van belang vanwege het relatief gaaf bewaarde 19e-eeuwse exterieur, vormgegeven in traditioneel ambachtelijke stijl. 
  • Met betrekking tot het interieur ligt de architectuurhistorische waarde in de reeds genoemde, grotendeels bewaard gebleven historische indeling met onderscheid in een woon- en een (driebeukig) bedrijfsgedeelte. Van de beperkt bewaard gebleven historische interieurafwerking zijn de binnendeuren uit de 19e eeuw van belang voor herkenbaarheid van de historische indeling. Daarnaast vertegenwoordigt de vloerafwerking van de heerd in de vorm van een gecementeerde dekvloer met schijnvoegen die afgewerkt is met dodekop een bijzondere architectuurhistorische waarde.
  • De schuur uit 1854 is van belang als representatief voorbeeld van een driebeukig historisch bijgebouw. 

bouwhistorische waarden

  • De boerderij is van belang vanwege de  bewaard gebleven constructieve opzet van de oorspronkelijke boerderij uit 1673 en de uitbreiding omstreeks 1853. Hierbij gaat het om de gebintenstructuur van zeven ankerbalkgebinten met bijbehorende gebintplaten, de eiken daksporen in het woongedeelte, de 17e-eeuwse balklaag boven de heerd en de overwelfde kelder. Met name de combinatie van dragende baksteenmuren en eiken ankerbalkgebinten in het woongedeelte is typologisch zeer zeldzaam. Ook de toepassing van korbelen aan de bovenzijde van de ankerbalken moet in dit verband nadrukkelijk genoemd worden. 
  • De veranderingen uit 1853 en rond 1900 in het exterieur en interieur zijn van belang vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis. 
  • De schuur uit 1854 is bouwhistorisch van belang vanwege de bewaard gebleven eiken gebintenstructuur en het inpandige stookhok.