Tijdbeeld

Waardering

samenvatting bouwgeschiedenis
De ontstaansgeschiedenis van de boerderij De Brink aan het Korianderplein 9 in Zwolle-Westenholte gaat waarschijnlijk terug tot de achttiende eeuw. Voor 1832 stond hier reeds een boerderij op een rechthoekige plattegrond met onderschoer, waarvan in het huidige gebouw delen van de eiken gebintenstructuur bewaard bleven. 
In 1843 werd het woongedeelte aan de rechter zijde uitgebreid en onderkelderd en verdween de onderschoer.
Kort voor 1883 is de boerderij verlengd en werd aan de linker zijde een schuur aangebouwd. Achter het woongedeelte realiseerde men over de volle breedte van het gebouw een spoel en zuivelruimte. In de schuur kwam een paardenkarn te staan. Om de melk en boter koel te kunnen bewaren was onder de linker zijkamer een tweede kelder gerealiseerd.
In 1976 werd een restauratie- en verbouwingsplan opgesteld, waarna de boerderij uitsluitend een woonfunctie kreeg. Daarbij werd de schuur aan de linker zijde gesloopt.

Waardering
De cultuurhistorische waardering is onderverdeeld in een aantal deelwaardestellingen. Daarnaast zijn de bouwfasering en de waardering visueel gepresenteerd op de bijgevoegde faserings- en waarderingsplattegronden. Deze zijn als PDF-bestand ook te raadplegen via ‘Downloads’. Als ondergrond is gebruik gemaakt van plattegronden van Boxman en Rook uit 1976. Deze plattegronden zijn voor een deel niet meer conform de huidige situatie. 

algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie

  • De boerderij is van algemeen historisch belang vanwege de herinnering aan en de verwijzing naar bewoning en de ontwikkeling van het boerenbedrijf op een oeverwal langs de IJssel.
  • Het historisch gebruik van de boerderij blijkt op hoofdlijnen uit de hoofdvorm en de scheiding tussen een woongedeelte aan de voorzijde en een agrarisch bedrijfsgedeelte aan de achterzijde. Daarnaast herinnert concreet de indeling, vormgeving en inrichting van het woon- en bedrijfsgedeelte (ondanks latere veranderingen) nog op tastbare wijze aan het historisch gebruik vanaf het midden van de 19e eeuw: een driebeukig bedrijfsgedeelte met stalfunctie en middendeel met daarboven een oogstberging aan de achterzijde en een indeling aan de voorzijde met een middenvertrek (heerd) en zijvertrekken. 
  • De vormgeving, indeling en het interieur van het woongedeelte zijn van belang vanwege de herinnering aan de ontwikkeling van het wooncomfort.
  • De over de gehele breedte achter het woongedeelte aangebrachte spoel- en zuivelruimte verwijst in combinatie met de twee kelders en de verdwenen paardenkarn in de gesloopte schuur naar de groei en transformatie van de agrarische bedrijfsvoering aan het eind van de negentiende eeuw.
  • Het historische gebruik van het bedrijfsgedeelte blijkt ondanks latere veranderingen nog duidelijk uit de hoofdvorm, gevelindeling en de driebeukige indeling van de ruimte met de gebintconstructie.

ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden

  • De oorspronkelijke situering en indeling van het erf is in de huidige situatie niet meer te herkennen. Bijgebouwen zijn verdwenen en het erf werd ingericht als een moderne siertuin. De nabij gesitueerde nieuwbouw levert verder geen positieve bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteiten van erf en boerderij. De ensemble- en stedenbouwkundige waarden van de boerderij zijn daardoor  vrij beperkt.

architectuurhistorische waarden

  • De architectuurhistorische waarden van het gebouw zijn gelegen in het volume van een traditioneel vormgegeven krukhuis met driebeukig bedrijfsgedeelte in traditioneel-ambachtelijke stijl en de uitvoering en indeling van de voor- en de achtergevel.
  • Met betrekking tot het interieur wordt de architectuurhistorische waarde vooral bepaald door de deels bewaard gebleven driedeling van het voormalige woongedeelte en de ruimtelijke scheiding tussen dit bouwdeel en het achtergelegen driebeukige bedrijfsgedeelte. 
  • Van het interieur zijn naast de indeling van het woongedeelte bouwhistorisch van belang de schouwen, kasten, bedsteden en bewaard gebleven binnendeuren.

bouwhistorische waarden

  • De bouwhistorische waarden zijn met name gelegen in de oorspronkelijke constructieve opzet van de boerderij en het later verlengde bedrijfsgedeelte. Een hoge monumentwaarde wordt daarom toegekend aan de bewaard gebleven historische gevels, bouw- en scheidingsmuren, balklagen, kapconstructies, kelders en de gebintconstructie in het voormalige bedrijfsgedeelte.
  • De veranderingen uit 1843 en 1883 in het exterieur en interieur zijn van belang vanwege de afleesbaarheid van de bouwgeschiedenis. 
  • De in de boerderij bewaard gebleven tegeltableaus zijn niet bijzonder zeldzaam maar vertegenwoordigen vooral een hoge waarde vanwege hun originaliteit en oorspronkelijkheid.