Tijdbeeld

Waardering

Vanuit de kennis over bouwgeschiedenis is een cultuurhistorische waardering opgesteld. In de waardering zijn de huidige onderdelen afgezet tegen de criteria: gaafheid, zeldzaamheid en historische afleesbaarheid. De waardering is tot stand gekomen conform de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek (april 2009) en onderverdeeld in een aantal deelwaarden. De deelwaarden zijn gebaseerd op de waarderingscriteria zoals de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed deze hanteert in de Erfgoedwet (artikel 9, beleidsregel aanwijzing Rijksmonumenten, Erfgoedwet). De waardering kan gebruikt worden in het kader van plantoetsing voor verbouwingen.

Algemene historische waarden

  • Gouden Pand 5 is voor Appingedam van algemeen historisch belang vanwege de herinnering aan en de verwijzing naar de historische bewoners en vanwege de vroegere status van Edele Heerd.

Stedenbouwkundige waarden

  • Gouden Pand 5 vormt een beeldondersteunende schakel in de westelijke historische gevelwand van de straat het Gouden Pand. Het gebouw heeft een grote visuele alsook (bouw)historische relatie met het naastgelegen gebouw, Gouden Pand 7.

Architectuurhistorische waarden

  • Het neoclassicistische gevelaanzicht ter plaatse van de eerste verdieping heeft een hoge monumentale waarde als getuigenis van de historische gevelmodernisering uit 1865.
  • De brede winkelpui met etalage en portiek uit 1954 heeft een hoge architectuurhistorische waarde als zeldzaam en gaaf overblijfsel van de bakkerswinkel en daarmee als getuigenis van een kleine zelfstandige uit het midden van de twintigste eeuw.

Bouwhistorische waarden

  • De voor- en achtergevel, bouwmuren en de verdiepingsbalklaag met verdiepingsvloer hebben een hoge bouwhistorische waarde vanwege de verwachtte afleesbaarheid van de bouwhistorische ontwikkelingsgeschiedenis van het pand.
  • De twee grote kozijnen in de achtergevel dateren waarschijnlijk uit 1865 en hebben een hoge bouwhistorische waarde als getuigenis van de bouwhistorische ontwikkelingsgeschiedenis van het pand en de relatie met de overige bouwdelen uit die periode.
  • De restanten van de indeling en enkele interieuronderdelen op de begane grond en in de kelder uit 1954 (zoals glas-in-lood tussenwand (begane grond), (Bruynzeel)deuren en het schakelmateriaal) vormen een vrij herkenbaar geheel. Vanwege de betrekkelijke zeldzaamheid en gaafheid hebben deze onderdelen een positieve bouwhistorische waarde.
  • De overbouwing van de steeg aan de achterzijde is eveneens tot stand gekomen in 1954 en heeft daarmee een positieve waarde, echter bezit dit bouwdeel aanmerkelijk minder karakteristieke elementen zoals de winkelpui en enkele interieuronderdelen dat bijvoorbeeld wel hebben.
  • De zolderbalklaag, kap, dakkapellen en indeling op de verdieping en op zolder dateren uit 1969 en hebben een indifferente bouwhistorische waarde vanwege hun weinig karakteristieke voorkomen en geringe zeldzaamheid.
  • Het stalen bordes met trap en deur aan de achterzijde dateert uit 1969 en heeft een indifferente bouwhistorische waarde.