Advies en waardering
Samenvatting van de bouwgeschiedenis
De vroegste vermelding van kasteel Ruurlo stamt uit 1326. Waarschijnlijk gaat het om een omgracht huis van beperkte omvang. Van dit zaalgebouw zijn delen bewaard gebleven in de huidige zuidvleugel. Het bouwdeel wordt in de vijftiende eeuw verhoogd met een verdieping. Bij deze verbouwing zijn tevens de kelders voorzien van kruisgewelven. Het is onbekend of er in deze periode aan de noordzijde al bebouwing stond. In ieder geval wordt in de zestiende eeuw (in 1572) op de noordwestelijke hoek een vierkante hoektoren gebouwd. Waarschijnlijk is destijds ook het volume tussen deze toren en het oude zaalgebouw tot stand gekomen. Dit bouwdeel heeft een kelder met gordelbogen en kruisgewelven. In deze periode zal ook een nieuwe westvleugel (nu de voorzijde) zijn gerealiseerd. Hiervan resteren aan de rechterzijde en op de linkerhoek nog delen van het metselwerk. In de zeventiende eeuw, in 1627, wordt een bestaande noordelijke hoektoren verhoogd en deels vernieuwd. De huidige westvleugel komt tot stand in het begin van de achttiende eeuw. In deze tijd wordt ook het interieur vernieuwd. Met behulp van dendrochronologisch onderzoek kon worden vastgesteld dat in het eerste kwart van de achttiende eeuw ook alle balklagen van het kasteel vernieuwd zijn. De nieuwe voorgevel wordt enkele jaren later voorzien van een middenrisaliet met daarin een nieuwe entreepartij. In de negentiende eeuw worden de vensters en het interieur gemoderniseerd. Voor wat betreft het exterieur vinden er met name aan de achterzijde verbouwingen plaats naar ontwerp van architect L.H. Eberson. Er verschijnen twee nieuwe trapgevels en de middelste vleugel wordt naar achteren verlengd. In 1982-1984 wordt Huis Ruurlo gerestaureerd en getransformeerd tot gemeentehuis. Op dit moment wordt een tweede restauratie afgerond, waarna het kasteel in gebruik zal worden genomen als museum.