Advies en waardering
Op bijgaande faseringskaart is van de nog bestaande dominante structuren in het onderzoeksgebied de periode van ontstaan weergegeven. Deze kaart laat een duidelijke tweedeling zien; de ruimtelijke ontwikkeling binnen en buiten de middeleeuwse stadsmuur is op verschillende wijze verlopen.
Met de bouw van de ringwalburg in de 9e eeuw is al heel vroeg de stedenbouwkundige ‘footprint’ van het huidige stadscentrum vastgelegd. Deze hoofdstructuur, die gedomineerd wordt door de vorm van de voormalige omwalling en grachten, is nog steeds aanwezig in de vorm van de huidige markten. Het gebied kent een hoge continuïteit in het stratenverloop en de zeer herkenbare open ruimten rondom de Walburgkerk en het ’s-Gravenhof. De percelering en een belangrijk deel van de huidige bebouwing is ontstaan in de late middeleeuwen.
De hoofdstructuur van het gebied buiten de middeleeuwse stadsmuur ten zuiden van de middeleeuwse stad is bepaald door de westwaartse verlegging van de ter plaatse stromende IJssel in de 14e eeuw en de aanleg van een uitgebreid verdedigingsstelsel met aarden wallen en grachten in het begin van de 17e eeuw. Pas na het opheffen van de vestingstatus in 1874 is het gebied bebouwd. Aanvankelijk was de bebouwing geconcentreerd langs op de plek van de hoofdwal aangelegde groene singels en aan de Vispoorthaven. Later is op weinig samenhangende wijze ook de rest van het gebied met bebouwing ingevuld. Hierdoor is de doorgaande structuur en de opbouw in de diepte van de voormalige vestingwerken sterk aangetast en vertoont het gebied weinig continuïteit en samenhang.
Het tracé van de (gedeeltelijk nog bestaande) middeleeuwse stadsmuur vormt een scherpe grens tussen de middeleeuwse stad en het voormalige vestingterrein. Deze grens wordt in historische zin nog verscherpt door het feit dat de Vispoort vanaf het ’s-Gravenhof aanvankelijk alleen toegang gaf tot een kade aan de IJssel. Later liep hier een weg die langs de contre escape het vestingterrein ontsloot. De zuidelijke hoofdpoort van de stad lag ter hoogte van de Zaadmarkt en deze route werd later via de Pelikaanstraat verlegd naar de Spittaalstraat.
De waardering van het gebied is binnen en buiten de stadsmuur is daarom separaat uitgewerkt voor het deelaspect (gebruiks)historie en op de schaalniveaus van structuren en objecten.
binnen de stadsmuur
(gebruiks)historisch
- Het ’s-Gravenhof is van belang vanwege de directe verwijzing naar de bestuurlijke en economische betekenis van de graven van Zutphen voor de ontwikkeling van de stad.
- Het voormalige immuniteitsgebied is van belang vanwege de herkenbaarheid van de groei en betekenis van het kapittel tot aan de reformatie. Het voormalige kerkhof rondom de kerk is van betekenis als begraafplaats voor burgers van Zutphen.
- Het ’s-Gravenhof en het Kerkhof zijn verder van belang als oorspronkelijk niet publiek toegankelijke ruimten met een daarbij behorende eigen karakter en identiteit.
structuren
- Het huidige stratenverloop is van belang vanwege de goede herkenbaarheid van de middeleeuwse oorsprong daarvan.
- De middeleeuwse stadsmuur en de daarin opgenomen torens en poorten zijn van belang vanwege de afleesbaarheid van de ruimtelijke ontwikkeling en historische verdediging van de stad.
- De hoofdvorm en percelering van de huizenblokken zijn van belang vanwege een grote gaafheid en een ontstaan in de late middeleeuwen.
- de voormalige open ruimten rondom de kerk en van het grafelijke hof zijn van belang vanwege de bewaard gebleven begrenzing in de vorm van de representatieve woonbebouwing van adel en geestelijkheid.
objecten
- Latere invullingen met nieuwbouw voegen zich voor het merendeel op organische wijze in het bestaande stedelijke weefsel, zoals het stadhuis aan de Lange Hofstraat, de naoorlogse uitbreiding van het stadhuis aan het Kerkhof en het huizenblok uit de wederopbouwperiode aan het ’s-Gravenhof.
- Het gebied bevat geconcentreerd op en om het ’s-Gravenhof een groot aantal monumentale (beschermde) gebouwen met een bijzondere functie of betekenis die historisch, stedenbouwkundig, architectuurhistorisch en bouwhistorisch van belang zijn. De belangrijkste zijn: St. Walburgiskerk, stadhuis, Hof van Heeckeren, Huize van de Kasteele, Proosdij, voormalige Gymnasium, stadsmuur, Bourgonjetoren, Drogenaptoren. Daarnaast moeten ook de ondergrondse resten van de voormalige tufstenen aula op het ’s-Gravenhof genoemd worden.
buiten de stadsmuur
(gebruiks)historisch
- De bewaard gebleven vestingwerken zijn van belang vanwege hun betekenis voor de verdediging van de stad en de Republiek in de 17e, 18e en 19e eeuw.
- De Houtwal is van belang vanwege de ontwikkeling van de houthandel en -industrie op deze locatie.
- De Vispoorthaven is van belang vanwege de verwijzing naar de rivierhandel en transport vanaf de 14e eeuw.
structuren
- Hoewel op een aantal punten sterk aangetast door een gewijzigde infrastructuur en/of nieuwbouw zijn de voormalige vestingwerken (bastions, grachten, hoornwerken, bedekte wegen etc.) van belang als structuurbepalende ingrediënten van het gebied.
- De aan het eind van de 19e eeuw tot singels getransformeerde bastions en courtine’s van de hoofdwal zijn in de vorm van Martinetsingel en Tademasingel van belang vanwege de herkenbaarheid van de vestingwerken en vanwege de bijdrage aan een groene parkachtige singel rond de binnenstad.
- De Houtwal is van belang vanwege het ondergeschikte karakter als voormalige ontsluitingsweg van het voormalige vestingterrein.
objecten
- Langs de 19e eeuwse singels treffen we hoogwaardige en bijzondere (beschermde) bebouwing aan in de vorm van de rechtbank aan de Martinetsingel, de voormalige vrouwenvakschool aan het Vispoortplein en de school aan de Tademasingel.
- Met name langs de Houtwal is na 1945 indifferente bedrijfsbebouwing ontstaan die weinig kwaliteit toevoegt.
ambitie
Op grond van bovenstaande waardering is het voor het noordelijke deel van het onderzoeksgebied, de oude stad binnen de stadsmuren, voor de hand liggend om bij toekomstige veranderingen vooral in te zetten op behoud en consolidatie van de bestaande situatie. Het voormalige grafelijke hof en het immuniteitsgebied rondom de kerk vormen van oudsher afzonderlijke, omsloten en niet publieke ruimten. Deze afsluiting is door de tijd achterhaald maar geeft wel aanleiding om de specifieke eigen identiteit van deze gebieden te versterken.
Behoudens langs de Martinet- en de Tademasingel is de hoofdstructuur van het voormalige vestingterrein sterk aangetast. De betekenis van en de onderlinge samenhang tussen de verschillende onderdelen is door latere veranderingen slecht herkenbaar. Bij toekomstige veranderingen is het aan te bevelen om met name de samenhang en de betekenis van de vestingwerken als geheel te versterken en daarbij de Houtwal een plek te geven die daarin past.