Advies en waardering
Samenvatting van de bouwgeschiedenis
Bij het onderzoeken van panden van substantiële ouderdom is het vaak onvermijdelijk dat bepaalde perioden in de bouwgeschiedenis voor een deel onbenoemd blijven. In het geval van Hoofdstraat 30-32 en 34-36 geldt dat met name voor de vroegste bouwfasen, de verbouwingen in de 20e eeuw zijn goed te volgen met behulp van archiefonderzoek. De panden zijn waarschijnlijk ontstaan in de periode 1700-1750 en zijn op enig moment (in ieder geval vanaf 1832) eigendom van de heer van Middachten. Oorspronkelijk ging het om twee driebeukige hallehuizen, met woonvertrekken aan de straat en de deel aan het achtererf. De hoofddraagconstructie van beide gebouwen werd gevormd door een reeks gebinten. De nokhoogte en de hoogte van de zijgevels van de twee panden was oorspronkelijk een stuk lager. Omstreeks 1912 werd Hoofdstraat 34-36 gesplitst in de lengterichting. Hierbij werden tevens de voorgevel en zijgevels vernieuwd. Een ingrijpende verbouwing van beide panden vond plaats in 1952-1953, waarbij ook Hoofdstraat 30-32 werd gesplitst en beide achtergevels opnieuw zijn opgetrokken. Daarnaast werd de hoofddraagconstructie van beide panden vernieuwd, wijzigde de gevelindeling van de zijgevels (van met name nr. 30-32) en veranderde de indeling van de woningen aan de achterzijde en op zolder. Tot slot is er in 1991 grootonderhoud uitgevoerd, waarbij in ieder geval van nr. 30-32 de kapconstructie is vernieuwd en sanitaire voorzieningen zijn gemoderniseerd.
Waardering
Algemene historische waarden
De panden zijn van belang vanwege de directe relatie (in ieder geval vanaf de 19e eeuw) met Middachten en vormen een tastbare herinnering aan de uitbreiding en uitgestrektheid van het landbouwbedrijf van het kasteel. Deze connectie is in de huidige situatie zichtbaar door de rood-witte kleur van de luiken.
Architectuurhistorische en bouwhistorische waarden
Door ingrijpende verbouwingen omstreeks 1912 en in 1952-1953 is de gaafheid van de panden Hoofdstraat 30-36 fors aangetast. De architectuurhistorische waarden hebben hoofdzakelijk betrekking op de hoofdvorm van twee plattelandswoningen en de vormgeving van de voor- en zijgevels in traditioneel-ambachtelijke stijl. Van de eerste bouwfase zijn, behoudens de hoofdvorm, nog de twee kelders en een belangrijk deel van de voorgevel en de indeling van het woongedeelte aan de voorzijde van nr. 30-32 bewaard gebleven.
Ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden
De panden vormen een beeldbepalend ensemble van twee voormalige plattelandswoningen aan de Hoofdstraat. Hoewel niet uitzonderlijk gaaf, zijn de gebouwen een zeldzaam onderdeel van de historische bebouwing aan de (oorspronkelijk onverharde) doorgaande weg van Zutphen naar Arnhem. De stedenbouwkundige waarde is aan de achterzijde aangetast door de inkorting van de achtererven en de nieuwbouw die tussen de historische bebouwing en de IJssel is gerealiseerd.
Advies
In de loop der tijd zijn de panden en de directe omgeving aan verandering onderhevig geweest. Deze wijzigingen hebben lang niet altijd een positief effect gehad voor het aanzien van de gebouwen en de daaraan grenzende buitenruimte. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en onderhoud zijn er diverse aandachts- en verbeterpunten te benoemen.
Ten aanzien van het exterieur moet de nadruk voor instandhouding gelegd worden op de hoofdvorm en de voor- en zijgevels van beide panden. Bij toekomstig onderhoud wordt geadviseerd om hierbij de bestaande gevelindelingen te respecteren (met behoud van de oude kozijnen). Deze laten immers in het geval van Hoofdstraat 30-32 nog een deel van de oorspronkelijke toestand zien en vertellen daarnaast het verhaal van verandering in grofweg drie eeuwen bouwgeschiedenis.
Ten behoeve van toekomstige schilderwerkzaamheden kunnen, met behulp van historisch beeldmateriaal, ook algemene aanbevelingen gedaan worden voor het kleurgebruik. De kozijnen en dakgoten moeten in een lichte kleur worden geverfd. Op de foto van Hoofdstraat 34-36 van voor 1887 is te zien dat de luiken niet vergelijkbaar rood-wit waren geschilderd, zoals in de huidige situatie het geval is. Ook hadden de deuren een lichtere kleur dan de luiken. De kleurstelling van Hoofdstraat 30-32 aan het eind van de 19e eeuw is op historische foto’s niet te zien. De huidige kleur van de deuren en luiken dateert waarschijnlijk van omstreeks 1912. Het advies is om deze kleurstelling aan te houden. Daarnaast wordt geadviseerd om de palen van beide hekwerken in een minder opvallende kleur te schilderen, om zo het effect van de rood-witte luiken te versterken.