Advies en waardering
samenvatting van de bouwgeschiedenis
Het noordelijk deel van het Zwolse stadscentrum werd in de late 15e eeuw binnen de ommuring van de stad getrokken door de bouw van een nieuwe stadsmuur op de zuidoever van de Thorbeckegracht. Buiten de muur lag langs het water een haven met loskade. Tot in de 17e eeuw was bouwen tegen de buitenzijde van de muur niet toegestaan. In 1676 en 1681 werden de terreinen aan de loskaden op de zuidoever van de Thorbeckegracht tegen betaling van grondgeld uitgegeven. Niet lang daarna zullen deze gronden bebouwd zijn. Aan de grachtzijde verscheen vanaf de 18e eeuw een aaneengesloten, ondiepe pakhuis- en woonbebouwing tegen de muur. De stadszijde van de muur aan de Waterstraat was mogelijk al eerder door muurhuizen uit het zicht zijn geraakt. Tot 1962 waren grote delen van de stadsmuur nagenoeg volledig ingekapseld in de bebouwing aan de Buitenkant en Waterstraat.
Het meest westelijke huis van het onderzochte complex, bouwdeel A, is als woonhuis ontstaan door nieuwbouw in de 18e eeuw. Hierbij is de stadsmuur ter plaatse gesloopt. De tweede verdieping en mogelijk ook de zolder zullen in de oorspronkelijke situatie bestemd geweest zijn voor opslag. In de 19e eeuw werd het huis bewoond door de bekende Zwolse schippersfamilie Schuttevaer. Toen H.J. Slurink hier in 1927 een zeilmakerij met winkel startte, werd de begane grond uitgebroken en werden er etalagevensters in de voorgevel geplaatst. De vensters op de verdieping van de voorgevel en op de eerste en tweede verdieping van de achtergevel zijn in de 19e en 20e eeuw gemoderniseerd. Na de nieuwbouw van de buurpanden in de jaren ’60 van de 20e eeuw werd het huis op de begane grond door middel van een doorbraak verbonden met de oostelijke belending aan de Buitenkant.
In 1963 werden de muurhuizen aan beide zijden van de muur ten oosten van de Zwanentoren gesloopt en startte men met de restauratie van de stadsmuur naar ontwerp van architect Th. G. Verlaan. Het middelste huis, bouwdeel B, is ontstaan door nieuwbouw kort na 1967 ter plaatse van het oude Schippers Gildehuis. Aan de zijde van de Waterstraat werd de weergang gereconstrueerd en verrees tegen de muur een aanbouw onder een plat dak. Aan de Buitenkant is qua volume en vormgeving door architect Verlaan direct voortgeborduurd op de gesloopte voorganger. De gerestaureerde stadsmuur bleef tot op zolderniveau in het pand bewaard.
De oostelijke bebouwing van het complex, bouwdeel C, betreft nieuwbouw kort na 1965, na de sloop van het voormalige pakhuis van de familie Schuttevaer dat op deze plek stond. Later was het pakhuis ingericht geweest als zeilmakerij en winkel van de firma (wed.) H.J. Huisman. Het volume van de nieuwbouw en de hoofdvorm stond los van deze voorganger en werd afgestemd op het buurpand (bouwdeel B). Aan de oostzijde kwam een lagere aanbouw te staan.
waardering
De cultuurhistorische waardering van Buitenkant 14 in Zwolle is opgebouwd uit een aantal deelwaarderingen.
De fasering en de waardering worden tevens visueel gepresenteerd op ingekleurde plattegronden. Deze faserings- en waarderingsplattegronden zijn onder het tabblad bijlage in hogere resolutie te downloaden.
faseringsplattegronden
rood = 1300-1650
lichtrood = 1650-1800
lichtroze = 1800-heden
waarderingsplattegronden
blauw = hoge monumentwaarden, van cruciaal belang voor de structuur en/of betekenis van het object
groen = positieve monumentwaarden, van belang voor de structuur en/of betekenis van het object
geel = indifferente monumentwaarden, van relatief weinig belang voor de structuur en/of betekenis van het object
algemene historische waarden
Het complex is voor de stad Zwolle van groot historische belang vanwege de grote betekenis van zowel de locatie als de individuele bebouwing voor de scheepvaart en de daaraan gerelateerde bedrijvigheid en bewoning. Vanaf de 15e eeuw was hier onafgebroken een haven met loskade langs het water van de Thorbeckegracht. Vanaf de 18e eeuw verrezen tegen de buitenzijde van de stadsmuur huizen met een pakhuisfunctie, scheepvaart gerelateerde bedrijvigheid of woningen van schippers. In het complex was het Schippers Gildehuis gevestigd en in de 19e eeuw werd het complex bewoond door de bekende familie Schuttevaer, die een grote rol gespeeld heeft in de ontwikkeling en professionalisering van de binnenscheepvaart en de Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer oprichtte. In de 20e eeuw waren de huizen in gebruik bij de bedrijven van Wed H. Huisman, scheeps- en aannemersbehoeften en P. Slurink, zeilmakerij, kampeer- en watersportartikelen.
Daarnaast vertegenwoordigt het complex een belangrijke algemene historische waarde vanwege de herinnering aan de herstructurering van het noordelijk stadsdeel in de jaren ’60 van de 20e eeuw en de zeer zorgvuldige restauratie en reconstructie van de laat 15e-eeuwse stadsmuur met weergang. De huidige situatie is het resultaat van de toen heersende restauratieopvatting om waar mogelijk terug te keren naar de laatmiddeleeuwse toestand en daarmee de stadsmuur zoveel mogelijk weer in het zicht te krijgen.
ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden
Het onderzochte complex is beeldbepalend voor het westelijke deel van de bebouwing van de Buitenkant en zeer representatief voor de wijze waarop de laat 15e eeuwse stadsmuur vormgegeven was en deze door bebouwing aan de binnen- en buitenzijde in de loop van de 18e eeuw uit het zicht verdween. De na de sanering van de historische bebouwing gerestaureerde stadsmuur is van belang vanwege de betekenis voor de laat-middeleeuwse verdediging van Zwolle en vormt een zeer herkenbare begrenzing van de omvang van de stad omstreeks 1500.
De in de jaren ’60 van de vorige eeuw gerealiseerde nieuwbouw vormt in combinatie met de grotendeels gereconstrueerde stadsmuur in directe zin een breuk met het verleden maar is wat betreft de ordening en ruimtelijke opbouw van de verschillende volumes wel duidelijk geïnspireerd op de historische structuur en levert zo een positieve bijdrage aan het stadsbeeld ter plaatse.
architectuurhistorische- en bouwhistorische waarden
Bouwdeel A van het complex is van architectuurhistorische betekenis vanwege het relatief gaaf bewaard gebleven hoofdvolume, de opbouw en indeling van de voor- en de achtergevel en de herkenbaarheid van de historische woon- en pakhuisfuncties op de verschillende bouwlagen. Dit onderdeel van het complex heeft tevens een hoge bouwhistorische waarde vanwege het uitzonderlijk gaaf bewaarde casco met een voor de tijd van ontstaan in typologisch opzicht representatieve kapconstructie, hijsrad en vloeropbouw. Van de gevelindeling moeten met name de oorspronkelijke kozijnen en de op de zolderverdieping aan de voorzijde bewaard gebleven pakhuisdeuren en schuiframen specifiek genoemd worden.
Verder zijn de bewaard gebleven restanten van de stadsmuur in materiële zin van grote bouwhistorische waarde. De gereconstrueerde delen van de stadsmuur hebben vooral een conceptuele bouwhistorische waarde. De nieuw gebouwde muurhuizen vertegenwoordigen geen materiële architectuurhistorische- of bouwhistorische waarde. Zij maken dankzij hun volume en hoofdvorm echter wel deel uit van een zorgvuldige en geslaagde verwijzing naar de historische bebouwing tegen de stadsmuur.