Advies en waardering
Bij een oppervlakkige beschouwing lijkt de bankenopstelling in de kerk weinig samenhangend. De gedachte wasdat deze situatie vooral ontstaan zou zijn na een herschikking van het beschikbare meubilair in combinatie met een uitbreiding van het aantal zitplaatsen, na de afronding van de grote 19e-eeuwse restauratie door F.C. Koch. Op grond van een nadere analyse van de beschikbare historische plattegronden van de kerk en aanvullend archiefmateriaal moet dit beeld fors bijgesteld worden. De huidige opstelling vormt een directe afgeleide van kort na 1687 doorgevoerde vernieuwingen waarbij de opstelling zich nadrukkelijk richtte op het liturgische centrum rond de preekstoel. De plattegrond was gebaseerd op de sociaal hiërarchische verhoudingen binnen de kerkelijke en burgerlijke gemeente. Met name in het noordelijke schip bleven substantiële delen van de verschillende groepen met een ‘stemme in staat’ zoals de magistraat, leden van de meente, officieren van de militie en de ridderschap bewaard. Daarbij bleek in materieel opzicht aanmerkelijk meer 17e-eeuws materiaal bewaard dan bij eerder onderzoek aangenomen.
Door latere aanpassingen en veranderingen is het 17e-eeuwse beeld niet goed meer als zodanig herkenbaar. Met name door de staatkundige veranderingen in de Franse tijd vervaagden oude privileges. Daarnaast vereiste de toename van het aantal kerkbezoekers in de 19e eeuw een efficiëntere opstelling, met meer zitplaatsen met goed zicht op de preekstoel.
Waardering
De cultuurhistorische waardering van het bankenplan is onderverdeeld in een aantal deelwaarderingen. Daarnaast wordt de bouwfasering en de waardering visueel gepresenteerd op faserings- en waarderingsplattegronden.
De plattegronden zijn in hogere resolutie onder het tabblad 'bijlagen' te downloaden.
faseringplattegrond
paars = voor 1687
rood = 1687-1770
blauw = 1770 - 1880
groen = 1880 - 1900
waarderingsplattegrond
blauw = hoge monumentwaarden, van cruciaal belang voor de structuur en/of de betekenis van het object.
groen = positieve monumentwaarden, van belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
geel = indifferente monumentwaarden, van relatief weinig belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
algemene historische waarden
De Grote Kerk ontleent haar historische identiteit hoofdzakelijk aan een ononderbroken religieus gebruik, vanaf de Reformatie aan het eind van de 16e eeuw voor de protestantse eredienst. De bewaard gebleven 17e-eeuwse onderdelen en de opstelling daarvan zijn zeer representatief voor de maatschappelijke, religieuze en bestuurlijke verhoudingen in Zwolle ten tijde van het ancien regime. De vroegste veranderingen en toevoegingen zijn het gevolg van de maatschappelijke vernieuwingen in het begin van de 19e eeuw waarbij de meeste oude privileges opgeheven werden. De nieuwe opstelling weerspiegelt de ‘nieuwe verhoudingen’ en is voor de afleesbaarheid daarvan in materiële en ruimtelijke zin zeer betekenisvol. Bij ruimtelijke veranderingen in de opstelling is steeds zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaand meubilair en met de oorspronkelijke opstelling van de preekstoel als vaste waarde. Dit zorgde voor een zekere continuïteit vanaf het begin van de 17e eeuw tot op heden. Deze ingrediënten zijn zeer zeldzaam (aan het worden) en leveren een positieve en substantiële bijdrage aan de historische gelaagdheid van het kerkinterieur.
ensemble waarden
Tot 1770 is de identiteit en status van de verschillende ‘gestoelten’ vrij overzichtelijk en goed afleesbaar. De verschillende gebruikers zijn door middel van brede gangpaden van elkaar gescheiden en de belangrijkste banken zijn met een ‘bekleedsel’ fysiek afgeschermd. Bij latere veranderingen zijn de open tussenruimten vaak op pragmatische wijze ingevuld met vaste zitplaatsen en is door herschikking van de verschillende afscheidingen en schotten een veel diffuser beeld ontstaan.
In conceptuele zin zijn deze transformaties zeer representatief voor de ontwikkelingsgeschiedenis van het kerkinterieur, en daarmee positief te waarderen. In materiële zin is de uitvoering lang niet altijd even doordacht en zorgvuldig uitgevoerd, met een rommelig en onoverzichtelijk beeld tot gevolg.
De uitbreiding van het bankenplan in de late 19e eeuw breekt wat betreft schaal en omvang met de oude traditie. Koch vult met name aan de randen en in het midden grote vakken op regelmatige en homogene wijze met eenvormige banken, die langs de randen afgezet worden met overdadig in neo-renaissancestijl gedecoreerde schotten.
architectuurhistorische- en bouwhistorische waarden
Met uitzondering van de preekstoel, de oorspronkelijke onderdelen van het doophek, het oorspronkelijke meubilair in de dooptuin en het bekleedsel van de Herenbanken zijn de verschillende banken wat betreft de vormgeving en decoratie niet zeldzaam of bijzonder. Wel zeldzaam en redelijk gaaf bewaard is het eerlijke en degelijke timmerwerk. Het meubilair is volgens uitgebreide bestekken in een zeer goede kwaliteit eikenhout uitgevoerd, in een constructie die tussen de verschillende banken grote overeenkomsten vertoont. De banken zijn vervaardigd door bij naam bekende Zwolse gildelieden en als zodanig representatief en betekenisvol voor hun oeuvre en het vakmanschap van deze beroepsgroep aan het eind van de 17e eeuw.
De uitbreiding van omstreeks 1900 heeft door de schaal en de eenvormige vormgeving een geheel andere uitstraling en betekenis. Deze banken zijn machinaal vervaardigd en voegen zich daardoor minder goed bij de oudere exemplaren. Dit wordt nog verder versterkt wordt door een voor deze periode kenmerkende decoratie van de afscheidingen die afgeleid is van de ornamentiek van het koor- en het doophek.