Advies en waardering
Samenvatting van de bouwgeschiedenis
De Brink 30 is in 1881 gebouwd als notariskantoor met woning aan de westzijde van de Vechtbrug. Nadat al in de 16e eeuw de vestingstatus van Hardenberg werd opgeheven, ontstond hier een kleine woonkern die later zou groeien tot voorstad. Door opeenvolgende notarissen werd het notariskantoor in 1947, 1965 en in 1980 aan de achterzijde uitgebreid.
Waardering
De cultuurhistorische waardering is onderverdeeld in een aantal deelwaarderingen. Daarnaast wordt de bouwfasering en de waardering visueel gepresenteerd op faserings- en waarderingsplattegronden. Deze zijn in hogere resolutie als bijlage te downloaden. De nieuwbouw uit 1980 wordt in de cultuurhistorische waardering niet meegenomen en mag als indifferent worden beschouwd.
faseringsplattegronden
rood = 1881
paars = 1947
geel = na 1947
waarderingsplattegronden
blauw = hoge monumentwaarden, van cruciaal belang voor de structuur en/of de betekenis van het object.
groen = positieve monumentwaarden, van belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
geel = indifferente monumentwaarden, van relatief weinig belang voor de structuur en/of betekenis van het object.
Algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie
Het pand is van algemene historische waarde vanwege het langdurige, continue gebruik als notariskantoor van 1881 tot 2004. De kluisruimte met kluisdeur vormt hieraan nog een tastbare herinnering. Daarnaast geeft de historische indeling, met deels gaaf bewaard gebleven oorspronkelijke interieurafwerking een duidelijk beeld van de voorname, laat 19e-eeuwse wooncultuur in Hardenberg.
Stedenbouwkundige waarden en ensemblewaarden
Het voormalige notariskantoor ligt beeldbepalend aan de westzijde van de Vechtbrug op de hoek van de Brink en de Opgang. De historisch-stedenbouwkundige situatie is echter verstoord door de sloop van het merendeel van de historische bebouwing in dit stadsdeel. De oorspronkelijke ruimtelijke structuur is, met name door het verdwijnen van de bebouwing nabij de Vecht, niet meer herkenbaar.
Architectuurhistorische en bouwhistorische waarden
De Brink 30 is een relatief gaaf bewaard en herkenbaar voorbeeld van een notariskantoor met woning uit de late 19e eeuw. De architectuurhistorische waarde van het exterieur wordt hoofdzakelijk bepaald door het volume en de in eclectische stijl vormgegeven voorgevel met oorspronkelijke gevelindeling en schuifvensters. In het interieur is de indeling uit 1881 nog duidelijk herkenbaar, met centrale gangen op begane grond en verdieping en vertrekken aan weerszijden. Daarnaast bleef een belangrijk deel van de oorspronkelijke interieurafwerking bewaard in de vorm van stucplafonds, schuifblinden, deuren en deuromlijstingen (voornamelijk op verdieping), het trappenhuis en de vloer in de entree. De kapconstructie is vanuit landelijk perspectief niet zeldzaam, maar bleef wel relatief gaaf bewaard.
Aanbevelingen
In de loop der tijd is het notariskantoor en de directe omgeving aan verandering onderhevig geweest. Deze wijzigingen hebben lang niet altijd een positief effect gehad voor het aanzien van het gebouw en de daaraan grenzende buitenruimte. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en onderhoud zijn er vanuit cultuurhistorisch perspectief diverse aandachts- en verbeterpunten te benoemen.
- behoud en herstel van het oorspronkelijke notariskantoor uit 1881 heeft prioriteit.
- hierbij ligt het voor de hand om uit te gaan van de historische structuur, met behoud van de oorspronkelijke indeling van gangen met vertrekken aan weerszijden en aandacht voor de bewaard gebleven interieurafwerking. Daar waar de indeling verstoord is liggen kansen voor herstel.
- bij een verbouwing kunnen achter latere afwerkingen mogelijk nog historische plafond- of vloerafwerkingen tevoorschijn komen, die tijdens het onderzoek niet te zien waren. Het gaat hierbij met name om de gangen en de vertrekken aan de rechterzijde op de begane grond en verdieping.
- bij verbouw en/of nieuwbouw van de bebouwing aan de achterzijde zou deze qua volume, nokhoogte en vormgeving duidelijk ondergeschikt moeten zijn aan de hoofdbebouwing aan De Brink.