Tijdbeeld

Waardering

samenvatting van de bouwgeschiedenis
De onderzochte boerderij staat op de plaats van de verdwenen havezate ter Weede. Het huidige gebouw werd in 1914 op de plaats van een bestaande boerderij gebouwd in opdracht van de welgestelde Margaretha Daniëlla Pruimers.

Traditioneel waren alle boerderijen in oost-Nederland en het aangrenzende Duitse grondgebied van het hallehuistype. In het gebied tussen de Vecht en de Reest lag het het accent hoofdzakelijk op de veeteelt. Groot Terwee (of Grote Weede) bestond in de negentiende eeuw uit een aanzienlijk boerenerf met rondom gelegen wei- en hooilanden. Het kadastrale minuutplan van 1832 toont een langgerekte boerderij op een rechthoekige plattegrond. In de negentiende eeuw ging het de landbouw redelijk voor de wind. De boeren speelden goed in op de grotere vraag naar zuivelproducten, er vond een duidelijke verschuiving van akkerbouw naar veeteelt plaats. Door de veranderingen in de bedrijfsvoering, de overname van de boterbereiding door fabrieken en verregaande mechanisatie werden er goede verdiensten gemaakt en ontstonden grote bedrijven. Er kon veel geld in de verbouw en nieuwbouw van boerderijen gestoken worden.

Na een brand in 1914 ontwierp architect D. Winkel een nieuwe boerderij. Winkel begon zijn carriere als aannemer en werd in 1910 aangesteld als gemeentearchitect van Zwollerkerspel. Deze functie bekleedde hij tot 1924.
De indeling van het woongedeelte van de boerderij is door latere veranderingen niet meer herkenbaar. Een grote melkkamer nam een belangrijke en centrale plaats in de boerderij in.

In de tweede helft van de twintigste eeuw werd de boerderij door de familie Knol  in een aantal fasen ingrijpend gemoderniseerd waarbij zowel het woongedeelte als het bedrijfsgedeelte verbouwd werden.

waardering
De cultuurhistorische waardering is onderverdeeld in onderstaande  deelwaardestellingen.

algemene historische waarden en waarden vanuit de gebruikshistorie

  • De boerderij is van algemeen historisch belang vanwege de herinnering aan en de verwijzing naar de voormalige havezate ter Weede.
  • De historische functie van de boerderij blijkt uit de hoofdvorm van het gebouw met een scheiding tussen een woongedeelte aan de voorzijde en een agrarisch bedrijfsgedeelte aan de achterzijde. Het bedrijfsgedeelte heeft een driebeukige opzet met stallen in de zijbeuken en een middenlangsdeel met daar boven een berging. 
  • Het historische gebruik en de ordening van de verschillende ruimten en vertrekken is door latere vernieuwingen en moderniseringen niet meer aan het gebouw afleesbaar. Van de historische stalinrichting en de indeling van het woongedeelte bleef in materiële zin niets herkenbaars bewaard.

ensemblewaarden en stedenbouwkundige waarden

  • De oorspronkelijke situering en indeling van het erf is in de huidige situatie niet meer te herkennen. Historische bijgebouwen zijn verdwenen en aan de achterzijde werden moderne stalgebouwen aangebouwd. Deze dominante nieuwbouw levert een negatieve bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteiten van erf en boerderij. De ensemble- en stedenbouwkundige waarden van de boerderij zijn daardoor vrij beperkt.

architectuurhistorische waarden

  • In esthetisch opzicht bleef alleen het hoofdvolume van het traditioneel vormgegeven hallehuis uit 1914 nog herkenbaar.
  • Door latere veranderingen van de gevelindeling bleef van de oorspronkelijke gevelindeling niets bewaard. Van de indeling en afwerking van het interieur uit de bouwtijd zijn nog slechts fragmenten aanwezig: enkele paneeldeuren en de vloerafwerking van de voormalige melkkamer. Daarmee is de architectuurhistorische waarde van zowel het exterieur als het interieur van de boerderij relatief beperkt. 
  • Het ontwerp van de boerderij is van belang voor het oeuvre van de architect D. Winkel.

bouwhistorische waarden

  • Van de boerderij is het bewaard gebleven deel van de constructieve opzet van de nieuwbouw uit 1914, bestaande uit een gebintenstructuur opgebouwd uit ankerbalkgebinten nog herkenbaar.  
  • Latere moderniseringen van de agrarische bedrijfsvoering en verbetering van het wooncomfort waren dusdanig ingrijpend van aard en omvang, dat de historische gelaagdheid van het gebouw niet meer afleesbaar is.

samenvatting

Uit het onderzoek is gebleken dat de cultuurhistorische waarde van de huidige boerderij door opeenvolgende vernieuwingen, verbouwingen en moderniseringen vrij beperkt is. Bij de bouw in 1914 van het huidige gebouw op de plaats van een oudere boerderij bleef behoudens het onderste deel van de kelder niets van de bestaande bebouwing bewaard. Dit komt waarschijnlijk doordat de bestaande boerderij verloren ging door brand. De vraag of destijds in de boerderij nog onderdelen van de voormalige havezate ter Weede opgenomen waren valt daarom niet meer te beantwoorden. In het huidige gebouw konden geen elementen waargenomen worden die behoord kunnen hebben tot deze havezate.

Het ontwerp van de boerderij is representatief voor de periode van ontstaan en in constructief  en functioneel opzicht vrij behoudend vormgegeven. Boerderijen uit deze periode komen nog vrij algemeen voor en zijn niet bijzonder zeldzaam.
De nieuwbouw van 1914 werd na 1950 een aantal malen verbouwd en het bedrijfsgedeelte werd fors uitgebreid met aangebouwde stallen. Door deze ingrepen bleef in grote lijnen alleen het oorspronkelijke casco bewaard.

Bovenstaande veranderingen hebben er voor gezorgd dat de waarden vanuit de gebruikshistorie, de ensemblewaarden en de architectuur- en bouwhistorische waarden van de onderzochte boerderij behoorlijk aangetast werden. De belangrijkste cultuurhistorische waarde is niet-materieel van aard en wordt gevormd door de herinnering aan de voormalige havezate ter Wee en het latere agrarische gebruik van deze locatie.