samenvatting van de bouwgeschiedenis
Met de bouw van de huidige St. Plechelmuskerk werd gestart in het tweede kwart van de 12e eeuw. De in romaanse stijl vormgegeven kerk werd in het begin van de 13e eeuw voltooid met de bouw van de toren. Aan de kerk was een kapittel verbonden.
Als gevolg van de Helmichsbrand in 1492 liep de kerk grote schade op. De gehele kapconstructie moest vervangen worden. Aan het eind van de 15e eeuw werd de kerk uitgebreid met een nieuw gotisch koor. In dezelfde periode realiseerde men een nieuwe sacristie aan de noordzijde van het koor en werd de kerk vergroot met een nieuwe zuidbeuk die samengevoegd werd met het zuider transept.
In de 17e eeuw werd de kapittelzaal boven de noordbeuk in gebruik genomen door de Latijnse school.
Een grote restauratie van de kerk startte in 1891 onder leiding van architect Joseph Cuypers. De Latijnse school werd gesloopt en in het noorder transept reconstrueerde men de verdwenen absis. Het interieur werd ontpleisterd en de Bentheimer zandsteen kwam weer in het zicht.
Bij een volgende restauratieperiode tussen 1922 en 1925 werd met name achterstallig onderhoud weggewerkt waarbij veel natuursteen vernieuwd werd.
De Oldenzaalse architect K.L. Croonen ontwierp in 1929 een nieuwe sacristie aan de oostzijde van de oude sacristie. De bouw werd gecombineerd met de aanleg van een heteluchtverwarmingsinstallatie.
Joseph Cuypers, bijgestaan door zijn zoon Pierre, gaf in 1935-’38 leiding aan de restauratie van de toren.
Bij restauraties in de jaren ’50, ’60, ’70 en ’80 werden onder andere nieuwe portalen aan de noord- en de zuidzijde, de kapconstructies van de noord- en de zuidbeuk en de orgelgalerij betrokken. De vloer van het romaanse koor werd omstreeks 1980 vernieuwd, nadat in de jaren ’60 de rest van de kerkvloer al vervangen was.