samenvatting
De rivier de IJssel zoals wij die kennen is in de vroege middeleeuwen ontstaan, vanaf ongeveer het jaar 1000 komt op de oeverwallen langs de rivier permanente bewoning voor. In het dorp Voorst werd in de achtste eeuw een kerk gesticht, waarschijnlijk door de Abdij van Prüm, die hier bezittingen had. De eerste kerk was zeer waarschijnlijk van hout en gewijd aan de Heilige Drievuldigheid. In de tweede helft van de twaalfde eeuw liet de Abdij van Prüm een stenen kerk met toren bouwen. Toen deze tufstenen kerk later afgebroken werd om de bestaande gotische kerk te kunnen bouwen, liet men de oude romaanse toren staan
De twaalfde-eeuwse kerk werd in een een aantal stappen vernieuwd en uitgebreid. Eerst met een nieuw gotisch koor, gevolgd door de verhoging van het schip en de bouw van zijbeuken.
In het begin van de zeventiende eeuw liep de kerk bij oorlogshandelingen schade op. De huidige kapconstructie dateert uit deze tijd. Ook de preekstoel en het doophek dateren uit de zeventiende eeuw.
In de negentiende eeuw veranderde het aanzien van met name de binnenruimte van de hervormde kerk. Na een reeks grote en kleine verbouwingen in 1815, 1843, 1871-’73 en 1893-’97 kreeg het interieur een neoclassicistische uitstraling met wit geverfde wanden, een nieuw koofplafond, een gemoderniseerd en uitgebreid bankenplan, een nieuwe kerkvloer en een nieuwe orgelgalerij met Naber-orgel. De belangrijkste wijziging van het exterieur betrof het plaatsen van nieuwe ijzeren boogramen.
In 1905 maakte architect en vermaard ‘kerkenbouwer’ Wolter te Riele een ontwerp voor een ingrijpende restauratie van de hervormde kerk in Voorst, waarbij reconstructie van de veronderstelde middeleeuwse situatie het uitgangspunt vormde. Het plan kwam echter nooit tot uitvoering, waarschijnlijk vanwege de hoge kosten. De hervormde gemeente liet vervolgens in de periode omstreeks 1911-’13 zelf enkele werkzaamheden uitvoeren die waarschijnlijk meer het karakter van groot onderhoud hadden.
De hervormde kerk en met name de toren raakte zwaar beschadigd door oorlogsgeweld aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. De toren, eigendom van de gemeente, werd vrij kort na de oorlog gerestaureerd. Een grondige restauratie van het inmiddels zeer vervallen kerkgebouw liet echter nog lang op zich wachten. Uiteindelijk vond in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de restauratie plaats onder leiding van het architectenbureau van Heineman uit Velp. Bij de verbouwing van het interieur werd het omvangrijke bankenplan flink uitgedund en voorzien van twee rijen nieuwe banken. Noodgedwongen vernieuwde men tevens een groot deel van de kerkvloer.